Het verdriet om onze Tommy en de acceptatie dat hij echt weg is, wisselden elkaar de afgelopen week af. Het was exact drie weken na Tommy's verdwijning toen ik afgelopen dinsdag een telefoontje kreeg van Amivedi. Een gezin in de Hambaken had een grijze kat gevonden. Het zou onze Tommy kunnen zijn. Ze hadden de kat al een paar dagen in huis en in de buurt al gecheckt of de kat van iemand was. Het leek mij sterk dat het Tom was; die wijk is hier ruim 6 km vandaan én Tommy zou op zijn minst zwaar gewond moeten zijn! Maar we moesten het zeker weten natuurlijk!
Eén blik was voldoende: dit was niet Tommy. Te klein, te slank, te veel tekening in zijn vacht. Maar wél een schatje!
Het gezin zat duidelijk met de kat in hun maag...ze hebben zelf al twee kittens en die waren bang voor deze indringer. Als niemand de kat mee zou nemen, zouden ze deze weer op straat zetten. Tja, dan ben ik een weekdier. Dus zo drentelde er dinsdagavond ineens weer een nieuwe grijze kat door het huis.
Pluisje, zoals het grijze beestje door het gezinnetje was genoemd, voelde zich meteen thuis hier. Voordat wij echter over wilden gaan op naamgeving en hechting, besloten we vanmiddag toch eerst een bezoekje te brengen aan de dierenarts. Even geslacht, gezondheid en eventuele chip checken. Poes. Prima in orde. Roosje uit de Muntel/Vliert.
Jawel... onze kleine grijze aanwinst heeft een chip, een naam en een gezin dat haar mist. Eenmaal thuis belde ik het 06 nummer dat de dierenartsassistente me gegeven gegeven had. Geen gehoor. Toen stuurde ik een whatsapp met foto naar het nummer en binnen luttele minuten een reactie: Ja, zij en haar dochter zijn Roosje kwijt en missen haar heel erg. Maar zij stonden op dat moment met één been in het vliegtuig, op weg naar hun vakantiebestemming. En dus hebben wij de komende weken nog een poes te logeren... nou ja, wij...? Onze befaamde kattenfluisteraar mag zich over haar ontfermen, want ook wij vertrekken naar (nog) zonniger oorden.
Al met al best een bijzondere situatie. Ik ben blij dat wij een gezin blij kunnen maken met hun vermiste kat. Ik weet immers maar al te goed hoe verdrietig je kunt worden van zo'n gemis. En Roosje is een schat, dus het is zeker geen straf om voor haar te zorgen. De impulsieve reactie haar dinsdag mee naar huis te nemen, was echter wel ingegeven door de wens haar te houden. Of was het vooral de wens haar een veilig en warm thuis te geven? Want dat laatste is ons nu waarschijnlijk wel gelukt. Zij het op een andere manier dan ik in gedachten had.
donderdag 20 augustus 2015
donderdag 13 augustus 2015
Mooi ’s-Hertogenbosch
Eerder dit jaar werd ik 40 jaar oud. Om dat op bijzondere
wijze te vieren besloot ik naar een mooie Zuid-Europese stad af te reizen. Zo vertrokken William en ik op
maandag 6 april naar Lissabon, voor een midweekje mooie dingen kijken en
lekkere dingen consumeren. Dat laatste is ons zeker gelukt! (dat lukt ons eigenlijk
altijd wel.)
Het mooie dingen kijken lukte ook wel aardig. Wel aardig. Inderdaad, ik loop niet over van enthousiasme.
Wat me aan Lissabon opviel, is dat het ongetwijfeld ooit een hele mooie stad
was. Maar het wekt vandaag de dag een wat verwaarloosde indruk. Vergane glorie.
Zo zonde! Ik verbaasde me in eerste instantie over het feit dat de Portugese overheid
het blijkbaar niet de moeite waard vindt te investeren in een stad die jaarlijks
zoveel toeristen trekt. Maar ja, het is natuurlijk crisis in Portugal en er
staan daar vast meer urgente zaken op de begroting.
Zo'n begroting; waar geef je als stad geld aan uit? Over die vraag kun je
dagenlang discussiëren, zowel in de raadszaal als op de verjaardag van tante
Toos. En je wordt het er ook nooit over eens. Ik moet zelfs toegeven: in de jaren dat ik als gemeenteambtenaar werkte,
heb ik me meer dan eens verbaasd over projecten waar mijn gemeente geld in
stak. Niet in de laatste plaats omdat ik werkzaam was bij het gemeentelijk
onderdeel, dat zorg draagt voor juist dat deel van de bevolking dat het
financieel het krapst heeft. Wanneer ik die invalshoek echter loslaat, moet ik
zeggen dat ik best blij ben met ’s-Hertogenbosch. Natuurlijk, dat
akkefietje met die Bartenbrug verdient bepaald niet de schoonheidsprijs. Maar daar
staat wel veel moois tegenover.
Nu ik weer gewoon als burger door de straten van ’s-Hertogenbosch
fiets en slenter, valt me steeds meer op hoe prachtig de stad is. Vandaag nog. Op weg naar het Dierentehuis fietste ik langs de nieuwe parkeergarage aan de
Zuidwal; wat is dat mooi geworden! En de Oosterplas is een juweeltje! Ik mag daar
iedere dag lopen, fietsen, bewonderen en genieten. En dat kost me helemaal niks!
Nou ja, een paar tientjes gemeentebelasting per maand. Maar geloof me, da’s een stuk
goedkoper dan een tripje naar Lissabon!
woensdag 5 augustus 2015
Borrelcultuur
“Het is sowieso niet slim
om facebookvrienden te worden met je collega’s.”
Zomaar een uitspraak uit
een gesprek dat ik afgelopen weekend voerde. Deze toch wat stellige bewering
werd onderbouwd met termen als verstoorde verhoudingen en meer van dat soort
verstandigheden. En weet je… ik snap het. Met je collega’s heb je een zakelijke
verhouding, met je (facebook)vrienden deel je je privé. En iedereen kan zich situaties,
foto’s of uitspraken voorstellen, waarvan je liever niet wilt dat je
leidinggevende en/of ondergeschikte ze ziet.
Zo’n borrel op donderdagmiddag
bijvoorbeeld, waarvan dan zo’n foto wordt gemaakt: dat je met een glas rosé in
de hand en blosjes op de wangen, übercharmant de smartphonecamera toelacht. Wie
ooit mijn facebooktijdlijn heeft bekeken, weet dat er wel eens zo’n foto van
mij voorbij is gekomen. Dat soort zaken deel je dus niet met collega’s.
Nu hoor ik je denken… 'Was jij niet juist mét je collega’s aan het borrelen?' Eh… ja. Maar dat was
anders. Dat waren collega’s van de gemeente 's-Hertogenbosch. Met het risico
dat ik nu allerlei vooroordelen ga bevestigen: 's-Hertogenbosch = Brabantse
gezelligheid. Met Bossche collega’s is het goed borrelen. Niet met allemaal
hoor; het is heus niet zo dat we op donderdagmiddag met een kleine 2.000 ambtenaren
de Graven van Leuven bestormden. Maar ik heb zeer warme herinneringen aan een
aantal collega’s met wie het steevast dolle pret was. Ook denk ik dat er oud-collega's zullen zijn, die mij niet enkel en alleen herinneren om mijn kwaliteiten als communicatiemedewerker.
Dus als je mij nu vraagt
wat ik het meeste mis aan mijn vorige baan, is het antwoord eenvoudig: de
Bossche gezelligheid en diverse oud-collega’s*. Begrijp me niet verkeerd: ik heb nu ook erg
leuke collega’s! En we hebben een maandje terug nog een erg gezellige barbecue
gehad met het hele team. Maar het is wel anders. Toen mij laatst werd gevraagd of
ik dan met mijn nieuwe collega’s dan nooit eens een borrel ga drinken na het werk,
was het antwoord: Er is gewoon niet zo’n borrelcultuur. Het komt niet bij ons
op en het komt er niet van. Of ik dat jammer vind? Ja en nee. Nee, omdat ik het
eigenlijk wel prettig vind om mijn werk alleen mijn werk te laten zijn. En ja,
omdat ik er zes jaar lang zo van genoten heb!
Kortom: ik denk dat ik
zeer binnenkort maar weer eens een borrel ga doen met een paar gezellige Bossche
oud-collega’s. En aangezien ik geen Locus-collega’s als facebookvriend heb, houd ik werk en privé ook nog eens keurig gescheiden!
*) Om misverstanden te voorkomen: ook de alcoholvrije variant! Die trof ik dan meer tijdens de lunch enzo ;-)
Abonneren op:
Posts (Atom)