woensdag 15 februari 2023

Bescherm onze kinderen

Ik lees wel eens wat op social media. Reacties op nieuwsberichten enzo. (Ik weet het… ik doe het mezelf aan.) Vooral mijn dagelijkse rondje Twitter doet mijn wenkbrauwen nog wel eens fronsen. Wat mij bijvoorbeeld de laatste tijd nogal verbaast, is wanneer reagurend Nederland wel vindt dat kinderen beschermd dienen te worden en wanneer niet

Allereerst moet een kind natuurlijk volop beschermd worden, voordat het überhaupt bestaat. Dus als een vrouw ongewenst zwanger is en zelf heel goed weet dat ze niet voor een kind kan en/of wil zorgen, moet dat kind er toch komen. Want dat zou dan de beste keuze voor dat kind zijn. 

Wat ook uit den boze blijkt, is dat kinderen gedichten lezen van een schrijver die ook ooit onbehaaglijke literatuur schreef voor volwassenen. (Onbehaaglijk inderdaad, niet verheerlijkend.) Of zijn het de thema’s van zijn kinderboeken die zo schadelijk zijn? Over lief zijn voor elkaar en jezelf kunnen zijn… Nou, poeh hee, dat levert vast ladingen trauma’s op. 

Ondertussen komen ook campagnes van Het Vergeten Kind voorbij. De reacties die ik daar dan weer op lees… daar lusten de honden geen brood van! 

Ik heb serieus mensen zien beweren dat het merendeel van de kinderen in Jeugdzorginstellingen zonder geldige reden bij hun liefhebbende ouders zijn weggetrokken, die hen vervolgens nooit meer terug zien. Bovenal vinden veel mensen het maar gejank dat het 18-jarigen - na jaren in de Jeugdzorg - niet lukt om op eigen benen te staan. 

Ik kan het niet rijmen. Welke kinderen moeten we beschermen en welke niet? En waartegen? Hoe kun je niet zien dat beschadigde jongvolwassenen sowieso al 3-0 achter staan op hun leeftijdsgenoten, die wel door stabiele, zorgzame ouders richting volwassenheid zijn begeleid. Die leeftijdsgenoten die op hun 18e vaak ook nog niet zelfstandig zijn. Dat ook niet hoeven te zijn. Zij hebben immers stabiele, zorgzame ouders om op terug te vallen. 

Vooropgesteld: ja, er worden heus wel eens fouten gemaakt in de Jeugdzorg. Er bestaan ongetwijfeld kinderen die onterecht uit huis zijn geplaatst. Helaas heb ik van de zijlijn het lot van twee pubers mogen aanschouwen - die tamelijk onveilig opgroeiden - bij wie dat zeker niet het geval was. Ik realiseer me dat mijn observaties bepaald geen objectief onderzoek zijn. Maar wat mij opvalt:

  • Het duurt best lang voordat de Jeugdbescherming daadwerkelijk in actie komt. Heel veel leed is dan al geschied.
  • Belangen en argumenten van de ouder in kwestie wegen zwaar. En aan het uitgangspunt ‘kinderen hebben baat bij contact met de ouder’ wordt misschien zelfs iets te lang vastgehouden.

Laten we wel wezen: veel kinderen groeien op tot beschadigde jongvolwassenen, omdat hun ouders niet voor hen kunnen zorgen. Wie beweert dat kinderen in de Jeugdzorg meestal zonder geldige reden bij hun liefhebbende ouders zijn weggetrokken, wil de echt ongemakkelijke waarheid niet onder ogen zien: er groeien kinderen op bij ouders die totaal ongeschikt zijn voor het ouderschap. Ouders die hun kinderen voor het leven beschadigen. 

Moeten we ons dáár niet eens wat drukker om maken? Kunnen we ‘onze kinderen’ dáár niet wat beter tegen beschermen? 

Met een beter werkend jeugdbescherming systeem bijvoorbeeld. Met het beter leren herkennen van risicosituaties. En… misschien ook wel door minder kinderen geboren te laten worden bij ouders die niet willen of niet kunnen. 


maandag 17 oktober 2022

Het geloof en de regenboog

Als ik de huidige media ophef mag geloven, wil het nog steeds niet zo vlotten met de acceptatie van mensen die niet voldoen aan de heteronorm, die binnen Het Geloof als gangbaar geldt. En of dat geloof dan het Christendom, Islam of de aanbidding van overbetaalde achter-ballen-aan-rennende-mannetjes betreft, vind ik in principe niet zo relevant. 

Het is toevallig de christelijke kerk die met de afwijzing - of zelfs ontkenning - van homoseksualiteit een stempel heeft gedrukt op mijn bestaan. Sterker nog: had de christelijke gemeenschap een jaar of 50 geleden uitgedragen dat het oké was om te houden van iemand van het eigen geslacht… dan had ik waarschijnlijk niet eens bestaan. Want als mijn vader begin jaren zeventig had kunnen zijn wie hij was, was hij vast niet met mijn moeder getrouwd. 


Dat was de gedachte die bij me opkwam vorige week op ComingOutDay. Een beetje vreemd idee wel. En hoewel ik tamelijk zeker weet dat mijn beide ouders mij niet hadden willen missen, denk ik toch dat zij allebei een beter leven hadden kunnen leiden zonder elkaar. Het had hen en ons gezin in ieder geval behoorlijk wat ellende bespaard. Hun huwelijk was bij voorbaat kansloos, maar ja... zij trouwden een halve eeuw jaar geleden. Toen wisten ze niet beter. Als man trouwde je met een vrouw, want dat deed iedere man in de gemeenschap. Het hoorde zo.

Het hoort zo. Als je met dat idee opgroeit, draag je dat de rest van je leven bij je. Dat realiseerde ik me heel sterk toen mijn vader er vorig jaar, op zijn sterfbed, over begon. Hij stelde me de vraag of ik het echt niet erg vond dat hij homo bleek te zijn. Dat uitgerekend die vraag in hem opkwam, in het laatste gesprek dat we hadden, vind ik heel erg. Ja, onze vader-dochter-band is een aantal jaren wat gecompliceerd geweest. Maar dat heeft wat mij betreft nooit te maken gehad met zijn homoseksualiteit! Integendeel: ik was de laatste jaren juist trots op hem, omdat hij zijn eigen pad had gekozen met de man waar hij van hield. 


Die vraag die mijn vader stelde zette me aan het denken. Als acceptatie van wie je ten diepste bent zó belangrijk is en zó’n shitload aan ellende kan voorkomen… waarom is dat in Godsnaam (en vooruit: Allahsnaam) nog steeds een issue? 


dinsdag 9 maart 2021

In tijden van corona IV

Ik ben niet de eerste die terugblikt op een jaar met corona. De media kozen patiënt 0 als startpunt van het coronajaar. Voor mij was het 9 maart: de dag waarop ik vriendelijk doch dringend werd verzocht me niet meer op kantoor te vertonen. Het startpunt van een jaar thuis. Thuis blijven. Thuis werken. Thuis recreëren. Thuis sporten. Thuis uiteten. Een jaar waarin ik thuis met andere ogen ging bekijken. 

Thuiskomen

Met die werkplek in de woonkamer drong het langzaam tot me door: thuiskomen uit het werk bestaat niet meer. Net als naar mijn werk gaan, collega's treffen en zomaar wat kletspraatjes maken. Wie had kunnen denken dat ik collega’s om me heen - in een soms iets te drukke kantoortuin - zo zou missen? En minstens zo veel mis ik het thuiskomen na het werk. Het uitchecken, loslaten en mijn privéleven instappen.

Een ander huis

Nu we zoveel uren méér in ons appartement doorbrachten dan voorheen, keek ik steeds vaker op Funda. Een tuin. Een extra kamer. Een andere buurt misschien… en wat William al vaker opperde werd ook voor mij een reële optie: een ander huis. Zo werd dit rare coronajaar voor ons ineens het jaar van huizen zoeken, een huis vinden, het appartement oplappen en verkopen, kleuren en inrichting kiezen en héél véél dingen regelen. 

Gedoe

Dat is trouwens nog best een uitdaging: een verhuizing regelen in een lockdown. Even snel een verfrollertje halen bij de bouwmarkt is er niet bij. Hulptroepen inschakelen bij het inpakken van de inboedel mag niet van de overheid. Eetstoelen via een webshop kopen is ook best een dingetje. Om over het bestellen van een IKEA kastenwand maar te zwijgen. Het lijkt desondanks allemaal te gaan lukken. En bovenal is dit huis iets om naar uit te kijken, om blij van te worden en afleiding in te vinden. 

Het jaar van...

Exact een jaar nadat het kabinet de eerste landelijke sluitingen aankondigde, verhuizen wij naar onze nieuwe stek. Daar waar ik voortaan een kantoor-zoldertje heb, waar ik na een werkdag thuiskom door de deur achter me dicht te trekken en twee trappen af te lopen.
Ondertussen vraag ik me af: als ik over een jaar of vijf terugkijk op dit jaar… herinner ik het me dan als dat rare coronajaar of als het jaar waarin wij ons nieuwe thuis zochten en vonden?