zaterdag 1 mei 2010

Vergissing

Als ik de koelkast opendoe, zie ik twee blikken Danerolles liggen. Mijn gedachten dwalen even af.

Misschien wilde je komende zondagmorgen croissantjes bakken. Ik zie helemaal voor me hoe je met je twee kleine meiden het deeg oprolt en door het raampje van de oven kijkt hoe ze zich tot goudgele croissants ontwikkelen. Of misschien zou je volgende week zondag wel ontbijt op bed krijgen; dan is het immers moederdag.

Maar dat gebeurt niet.
Alles is nu anders.
Eén seconde.
Een auto.
Een autosnelweg.
Eén moment.
Een vangrail.
En dan niets meer...

De gruwelijkheid dringt nog niet helemaal door.
Ik denk er wel aan - ik doe niets anders - maar het daalt nog niet in.
“Best jammer dat mama nu dood is.” hoor ik je jongste dochtertje zeggen.
“Als mama niet meer terugkomt, moet jij dan nu poetsen, papa?” vraagt je oudste dochtertje later.
Ik weet niet goed of ik moet glimlachen of in huilen uit moet barsten. Ik kies voor het eerste, maar de knoop in mijn maag vertelt me, dat het net zo goed de tweede optie had kunnen zijn. De kinderlijke onbevangenheid van je twee meiden, maakt het verdriet even iets luchtiger. Tegelijkertijd maken juist die twee kleintjes dat dit zo f*cking oneerlijk is!

Ik zal je missen, dat sowieso. Maar de pijn in mijn hart wordt vooral ingegeven door de gedachte aan mijn broer en zijn twee meiden. Zijn meiden - jouw meiden - die nu zonder moeder moeten opgroeien. En mijn broer, die achterblijft met een gebroken hart.

God heeft zich weer een keer vergist.