donderdag 25 juli 2019

Een generatiedingetje

Ik heb sinds begin dit jaar een collega. Of eigenlijk al wat langer: ze begon hier in 2018 als stagiaire. Dus je begrijpt: mijn collega is jong en hip. Ze is vers afgestudeerd en heeft vermoedelijk nauwelijks herinneringen aan de tijd waarin er nog geen smartphones bestonden.
Tot zij hier kwam werken zag ik mijzelf als een digitaal vaardige communicatieadviseur. Ik snapte wel hoe dat werkte… die sociale media enzo. Ik gebruikte immers ook Facebook, Linkedin, Instagram, Twitter, Youtube en Whatsapp.

Had ik het even mis.

Stories

Ik leer nu toepassingen van platforms als Instagram en Facebook, waar ik het bestaan niet van kende. Het blijkt allemaal te draaien om stories en verhalen*. Met vooral veel beeld. Liefst bewegend beeld. Met geluid. En van die vrolijke ‘stickers’. Dat vergt behoorlijk wat gepriegel op een smartphone schermpje, waar mijn vingers echt te dik voor zijn. Gelukkig is het resultaat van die inspanningen slechts 24 uur te bewonderen. Daarna verdwijnt het in de digitale kliko van de online giganten.

Mijn media consumptie

Vol bewondering kijk ik toe hoe mijn jonge collega allerlei stories vormgeeft. Maar als ik haar erover hoor praten, raak ik regelmatig halverwege haar verhaal - oh ironie - het spoor volledig bijster. Ik hoor haar argumenten wel, maar ik begrijp ze serieus niet. Dat is deels omdat ik deze vakkennis niet heb meegekregen in mijn opleiding twintig jaar geleden. Maar vooral omdat ik zelf niet op deze manier media consumeer. ‘Het is een generatiedingetje’, verzucht ik dan. 

Onrustig

Ik ben een tekstmens. Ik schrijf graag en ik lees graag. Ik consumeer het liefst geschreven berichten. Bij voorkeur met passende illustraties en goede foto’s. Ik kan oprecht geïrriteerd raken, als ik een online nieuwsbericht aanklik en er ongevraagd een video met geluid begint te spelen. Ik word onrustig als ik een story aanklik en datgene waarnaar ik kijk, na een paar seconden alweer verdwijnt. Als ik er al aan denk om een story aan te klikken, want ik scroll doorgaans vooral langs foto’s en tekstberichten in mijn tijdlijn. 

Mijn professie

Ik moet zeggen dat het me best bezighoudt. Is het geschreven woord aan het uitsterven? Vertellen we ons verhaal straks alleen nog maar in (bewegend) beeld en korte fragmenten? Bestaat mijn professie straks nog wel in de huidige vorm? Moet ik mee in deze ontwikkeling om mijn eigen positie voor de toekomst zeker te stellen? Kan en ik wil dat? Of kan ik ervan uitgaan dat er - zolang ik werkzaam ben - altijd een doelgroep blijft, die net als ik graag teksten consumeert? 

Jeugd van tegenwoordig

Ook maak ik me een beetje zorgen. Kan de doelgroep, waar wij ons op richten met deze vluchtige media, nog wel de concentratie opbrengen om een tekst te lezen die langer is dan drie zinnen? En terwijl ik deze vraag typ, trek ik meteen twee conclusies:
  • Als dat werkelijk zo is, weet ik in ieder geval zeker dat niemand uit die doelgroep deze vraag heeft gelezen.
  • Dat ik me zorgen maak om de ‘jeugd van tegenwoordig’, maakt me wel echt een oud wijf. Over generatiedingetje gesproken...
*) Ja, ik weet het. Stories is Engels voor verhalen. En nee, ik zeg niet twee keer hetzelfde.