dinsdag 17 februari 2009

Rood

De kleur rood zal u geluk brengen

Die zin vond ik in het gelukskoekje dat ik op de eerste werkdag van dit jaar verorberde. Dat kon geen toeval zijn. Ik was juist op dat moment bezig de bontgekleurde huisstijl van mijn kersverse werkgever, terug te brengen naar een sterk en sprekend rood. Ook had ik net drie dagen daarvoor een prachtig nieuwe fiets van de zaak uitgezocht. Een rode!

Rood is mijn kleur! Dat kan niet missen. Rood en ik horen bij elkaar.
Zo loopt de kleur rood al jaren als een - jawel - rode draad door mijn leven.
Ik groeide op in, wat ze noemen, een rood nest. Een familie waarin we ons druk maakten over dat de rijken steeds rijker werden en de armen steeds armer.
Vanaf mijn puberteit was rood de kleur van mijn banksaldo. Aan het einde van mijn geld altijd een stuk maand over. Periodes van beknibbelen wisselde ik af met het vullen van gaten met gaten, waarop ik weer moest gaan beknibbelen. Armoe troef.
Het duurde enige jaren voor ik mijn met gaten gevulde gaten, daadwerkelijk had weten te vullen. Het gevoel van armoede bleef nog een tijdje hangen, omdat het me ondanks een redelijk inkomen steeds maar niet lukte de eindjes aan elkaar geknoopt te krijgen. Op één of andere manier paste het ook wel bij mij. Rood was immers mijn ding.

Vandaag had ik echter een vreemde gewaarwording. Ik las op Telegraaf.nl (ja, dat is op zich al een vreemde gewaarwording) een artikeltje met de titel ‘Skigebieden overvol met Nederlanders’. Nu ga ik over een paar weken skiën in Oostenrijk èn ik ben Nederlander, dus die titel trok mijn aandacht. Er volgde een verhandeling over de goede sneeuwcondities dit jaar en de stijging in wintersportgangers. Echt interessant werd het pas bij het lezen van de reacties. Genuanceerd als altijd volgde een discussie tussen degenen die zich al jaren geen uitje konden veroorloven en een enkele wintersportganger die aangaf zich door hard werken deze vakantie wel te kunnen veroorloven.
Het fijne aan die ongenuanceerde Telegraaf discussies is dat de wereld altijd zo overzichtelijk zwart / wit wordt geschetst. En ik dacht terug aan die tijd, in dat felle rode nest, waarin mijn wereldje ook zo overzichtelijk zwart / wit was. Wij, die het krap hadden, gaven af op ‘hun’, de rijken. Wat was het zo oneerlijk verdeeld! Maar ook zo duidelijk....

Ik las die reacties op dat artikel en ineens kwam het bij me op. “Shit hee, ik ben er eentje geworden! Ik ben één van de ‘rijken’!
Ben ik dan zo rijk? Mwah, niet echt. Rijkdom is relatief natuurlijk en de waarheid is genuanceerder dan een doorsnee reactie op de Telegraaf website. Ik sta nog met regelmaat rood en ben nog altijd genoodzaakt keuzes te maken. Maar ik kàn ervoor kiezen dit jaar een weekendje naar Brugge te gaan, een weekje naar Oostenrijk en twee weken naar Sicilië. Ik kan ervoor kiezen iedere maand een keer uit eten te gaan. Ik kan ervoor kiezen concerten en theatervoorstellingen bij te wonen. Ik kan ervoor kiezen een gsm abonnement af te sluiten, waar ik een gratis G1 Android telefoon bij krijg. Ik kan ervoor kiezen een flesje synthetische feromonen van 30 euries aan te schaffen , om te voorkomen dat mijn poes over mijn 200-euro-laarzen haar plas doet. Hoewel ik er andere dingen voor moet laten, is het wel een enorme luxe om zulke keuzes te kunnen maken.
Het is eigenlijk absurd; Nederland roept de recessie uit en ik ben nog nooit zo rijk geweest als nu.

En daar is ie dan; het nieuwe kleurtje rood.... het schaamrood op de kaken. Ik heb het zo goed, terwijl zoveel mensen het met veel minder moeten doen. Ik lijk te zijn overgestapt naar de andere kant.

Vind ik het nog steeds oneerlijk verdeeld in de wereld? Jazeker.
Vind ik het oneerlijk dat ik nu heb, wat ik heb? Eh... nee.

Ik vind dat ik verdien wat ik verdien, omdat ik daarvoor heb moeten investeren in een studie en er hard voor heb gewerkt. Ik vind dat ik mag besteden wat ik besteed, omdat ik heb gekozen dat niet te besteden aan kinderen of aan een te duur huis. Ik vind dat ik mag genieten van datgene wat het leven mij biedt, omdat ik ook heb mogen lijden onder datgene wat het mij bood.
Ik mag egoïstisch zijn.
Dat vind ik echt. Ik vind dat ik egoïstisch mag zijn, zolang ik me maar blijf realiseren hoe goed ik het heb. Zolang ik maar in gedachten houd dat dit leven niet vanzelfsprekend is. Zolang ik maar besef dat het leven soms niet eerlijk is en me altijd zal blijven herinneren waar ik ooit vandaan kwam.
Daar waar het misschien soms iets te zwart / wit was, maar vooral altijd rood.