maandag 29 november 2010

Column: Kat kwijt


“Hé, waar is Tobias?” Het duurde even voordat de vraag van mijn vriend tot me doordrong. Hij had gelijk. Bij thuiskomst kwam alleen poes Annabel ons tegemoet gerend. Kater Tobias liet niet van zich horen. Een korte zoektocht vertelde ons wat onmogelijk leek: Tobias was weg. Onmogelijk, omdat wij vijf hoog wonen en onze katten doorgaans niet verder komen dan het balkon. Een lichte paniek maakte zich van mij meester. Hoe kan dit? Waar is hij? Wat is er gebeurd? Is hij van het balkon gevallen? Maar dat overleeft hij nooit! Of is hij de deur uit geglipt, in dat ene onbewaakte moment waarin ik terugliep voor mijn zonnebril? Dat moest het geweest zijn...

We liepen naar buiten, rondom de flat. We riepen en fluisterden. We keken achter struiken en in steegjes. Waar we ook keken, geen Tobias. We hingen postertjes op en ik meldde zijn vermissing nog diezelfde dag bij Amivedi. Onze Tobias was weg... en het was mijn schuld!
De dagen erna ontdekte ik nog tientallen websites, waar vermiste huisdieren op vermeld kunnen worden. Tobias’ foto prijkte op al deze websites. En ik liep door de buurt, hetzelfde rondje, keer op keer. Niets wilde ik aan het toeval overlaten.

Toen Tobias een dag of vier kwijt was, werd ik overvallen door een intens verdriet. Wat als we hem niet meer zouden vinden? Wat als hij aangereden was? Of lag te verhongeren? Wat als ... ? Tranen met tuiten heb ik gehuild. Om vervolgens te besluiten dat ik nog niet op wilde geven! Ik printte zo’n 250 flyertjes, die mijn vriend en ik huis aan huis verspreidden. Ik was bijna door mijn stapeltje heen, toen mijn vriend me belde: “Ik heb hem!” Op nog geen vijf meter van de achterdeur, zat onze gestreepte avonturier weggedoken onder een struik. De angst was in zijn oogjes te lezen. Met iedere centimeter die wij dichterbij kwamen, kroop hij verder weg in het struikgewas. Pas toen De Baas een plakje ham tevoorschijn had getoverd, bleek de honger groter dan de angst. Met Tobias in onze armen liepen we zielsgelukkig terug naar binnen. De opluchting die ik op dat moment voelde zal ik nooit meer vergeten.

Tegelijkertijd dacht ik aan de dieren in het Dierentehuis. Veel van hen zijn afgestaan door mensen die er niet meer voor kunnen zorgen. Dat is triest, maar begrijpelijk. Maar sommigen van hen zijn vondelingen. Dieren die – net als onze Tobias – per ongeluk hun baas zijn kwijtgeraakt. Dieren die verdwaald zijn, per ongeluk buitengesloten of ontsnapt. Maar die dieren zijn gevonden en naar het Dierentehuis gebracht.... klaar om opgehaald te worden door hun baasjes. Onbegrijpelijk vind ik het, dat mensen hun dier kwijtraken en niet alles in het werk stellen hun viervoetige huisgenoot weer thuis te krijgen! Dat beestje is toch een deel van je gezin en van je leven? Gelukkig maar dat er steeds weer mensen zijn, die zich ontfermen over deze dieren. Mensen die, net als ik, oprecht houden van deze heerlijke viervoeters en ze echt een plekje gunnen in hun leven.