Een gesprekje twee weken geleden:
“Bevalt het een beetje daar in Den Bosch?”
“Ja hoor, prima!” ’t Is een leuke stad.”
“Natuurlijk, het is een leuke stad, maar je laat toch je roots achter....”
Mijn roots dus, of gewoon op zijn oudhollands, mijn wortels. Mijn wortels die ik heb achtergelaten.
Gisteren bleek de ideale dag om eens op zoek te gaan naar mijn wortels. Gisteren was een dag van festiviteiten; altijd een mooie aanleiding om weer eens terug te gaan.
We startten in het dorp dat de eerste 19 jaar van mijn leven mijn natuurlijke habitat vormde. Samen met mijn moeder en mijn geliefde maakte ik een wandeling door de historische vesting van dit dorp... eh...excuus...stadje. We liepen langs kraampjes en (geïmproviseerde) horeca gelegenheden. Terwijl mijn moeder om de 5 meter iemand gedag zei of een praatje maakte, keek ik om me heen alsof ik een toerist was. Natuurlijk, ik kende de straatjes, ik kende soms ook wel de gezichten, een heel enkele keer kende ik zelfs een naam, maar de enige waar ik daadwerkelijk een praatje mee maakte..... die woont zelf al jaren niet meer in dat dorp. (oja, en die had ik zowaar net vorige week toegevoegd als hyves-vriendinnetje) Ik heb er niks meer mee, met dat dorp, met de mensen..... het is niet meer mijn thuis, ik krijg er geen warme gevoelens van.
Onze route vervolgde zich naar het stadje enkele kilometers verderop, het stadje waar ik 7 jaar lang heb gewoond, het stadje dat tot een half jaar terug mijn thuis was. Zouden mijn wortels hier dan zijn?
Even dacht ik een stukje wortel te ontdekken, in de pizzeria waar ik met een goede vriendin en mijn geliefde een – verrassing! – pizza nuttigde. Ja, in dit restaurant voelde ik de herinneringen, hier kwamen de verhalen omhoog, hier wist ik precies wèlke pizza ik moest bestellen!
Eenmaal dwalend door de stad, langs podia en biertenten, verdween het warme gevoel van eerder die avond. Zeven jaar lang had ik hier gewoond, gewinkeld, in kroegen gedanst, cappuchino’s gedronken, maar waar waren al die bekenden? Waar was de herkenning? Waar waren de mensen, die ik gedag wilde zeggen, met wie ik een praatje wilde maken? Waar was het gevoel van ‘dit was mijn thuis’? Waar waren mijn wortels?
Ze waren er niet. Ze zijn er niet. Blijkbaar reiken mijn wortels niet zo diep, dat ik een gedeelte achterlaat, zodra ik wegga. Blijkbaar onthecht ik vrij makkelijk.
De vraag die me wel een beetje bezighoudt is: Wat zegt dat over mij?
Is het een vorm van oppervlakkigheid? Of onverschilligheid?
Soms kijk ik naar mijn vriend en zijn wortels. Dan zie ik een man die nog altijd in het verenigingsleven zit van ‘daar en toen’, een man die nog altijd bevriend is met de mensen van ‘daar en toen’, dan zie ik dat herinneringen en heden ook een geheel kunnen vormen. (maar gelukkig zie ik ook een man, die er desondanks nooit meer middenin zou willen wonen) Dat vind ik te gek. Ik vind dat echt iets moois. Maar als ik dat te gek en mooi enzo vind, waarom heb ik dat zelf dan niet? Is dat een kwestie van niet kunnen, of toch gewoon niet willen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten