vrijdag 6 december 2019

Dit ben ik

Persoonlijk Credo

Toen ik 16 jaar oud was besloten mijn ouders uit elkaar te gaan. Wat volgde was een periode die op verschillende manieren impact heeft gehad op wie ik ben geworden. Eén daarvan: mijn moeder belandde na de scheiding een paar jaar in de bijstand. Die inkomensval en financiële afhankelijkheid maakten dat ik me toen voornam: dat gaat mij niet overkomen! Ik ga nooit financieel afhankelijk zijn van een man. Door het volgen van een opleiding en door het vinden van een goede baan.  

Nu realiseer ik me dat ik dit kan doen, omdat ik toevallig beschik over een goede gezondheid en de nodige capaciteiten. Ik weet ook dat het niet voor iedereen is weggelegd.

Daarom ben ik blij dat ik in een land als Nederland woon, waar we op basis van solidariteit onze samenleving vormgeven. Waar we het als onze gezamenlijke verantwoordelijkheid zien om te zorgen voor mensen, die het minder goed hebben getroffen. Waar we mensen helpen zo zelfstandig mogelijk hun leven te leiden.

Daarom werk ik graag voor een organisatie als Avres. Avres helpt mensen verder. Bij Avres helpen we mensen hun financiële problemen op  te lossen door hen schulddienstverlening te bieden. We zorgen voor bijstandsuitkeringen, voor mensen die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. En door mensen te begeleiden en ontwikkelen brengen we ze dichterbij werk. En wat ik kan is vertellen hoe we dat doen.

Wat wij doen is soms complex. We hebben immers te maken met wetten en regels. Wat ik kan is dat simpel vertellen. Ik kan het concreet maken. Ik kan een levensverhaal van anderhalf uur vangen in drie pakkende alinea’s. Ik kan teksten schrijven die de kern weergeven. Teksten die raken. Ik schrijf de verhalen die vertellen waarom ons werk ertoe doet. Verhalen over mensen, niet over beleid. Ik maak onze toegevoegde waarde zichtbaar.

Die verhalen verzin ik niet zelf. Daarvoor heb ik collega’s nodig. Ik kan en wil die inhoud niet bedenken. Ook kan ik van een slecht uitgewerkt idee geen goed verhaal maken. Verder is het goed te bedenken dat ik voor een goed verhaal tijd, ruimte en rust nodig heb. Daarom kies ik er soms voor me af te zonderen. Of zal ik ook wel eens een verzoek te weigeren. Want als ik ‘ja’ zeg, wil ik het ook kunnen doen.

Kortom: geef mij goede inhoud en even de ruimte. Dan kan ik verhalen opleveren die - aan de buitenwereld en aan collega’s - laten zien dat wat wij doen er toe doet!

***

Training

Op 2 en 3 december volgde ik de GITP training Persoonlijk leiderschap: vergroot uw persoonlijke kracht. Het waren twee pittige dagen. Ik blikte terug op mijn jeugd en de aspecten daarin die mij vormden. Ik onderzocht mijn waarden, drijfveren, kwaliteiten en talent. En ik nam mijn gedrag onder de loep.

De training was een goede spiegel. Ik realiseerde me dat ik me de laatste maanden zo liet meevoeren in de waan van de dag – in to do lijstjes en alles wat ook nog even moet – dat ik bijna was vergeten waarom ik ook alweer voor dit vak en dit werkveld koos. Aan het einde van de tweede trainingsdag bracht ik een groot deel van mijn waarden, drijfveren en talent samen in een ‘Persoonlijk Credo’; bovenstaand verhaal, dat ik aan de andere deelnemers vertelde.

dinsdag 24 september 2019

Column: #Instantgeluk


Eigenlijk is het een beetje gênant. Maar tegen jullie, lezers van dit blad, durf ik het wel te vertellen. we zijn hier immers met dierenliefhebbers onder elkaar. En inmiddels weet ik: er zijn er meer zoals ik. Veel meer. Dus… ik beken: mijn kat heeft een Instagram account.

Dieren zijn natuurlijk ontzettend fotogeniek. Dat hoef ik jullie niet uit te leggen. Onze volslanke Kater Roderick is daarop geen uitzondering. Scrollend door de fotogalerij op mijn telefoon, kom ik dan ook tientallen portretten tegen van onze viervoeters. Stuk voor stuk maak ik deze foto’s, omdat ik op dat moment geraakt word door hun schattigheid of hun schoonheid. Of omdat ik ontzettend om ze moet lachen. Die beestjes maken me blij en ik fotografeer hen in een poging dat gevoel van blijdschap vast te leggen.

Cats of Instagram

In de jaren dat ik nu actief ben op social media, heb ik mij steeds moeten inhouden om niet wekelijks de mensen op mijn tijdlijn te spammen met dergelijke foto’s. Ik heb namelijk wel eens vernomen dat niet iedereen enthousiast wordt van dierenfoto’s. Toen ontdekte ik op Instagram hashtags als #catsofinstagram, #kattenvandenbosch en #rodekater. Kort daarna zag ik dat een voormalig collega, die ik heel hoog heb zitten, voor haar kat een account had aangemaakt. Op dat moment wist ik: Roderick krijgt een Instagram account en spoedig was @Ro_de_kater een feit.

In beeld en tekst

Instagram bleek al snel een fantastische plek om mijn catspam kwijt te kunnen. Ro en zijn viervoetige huisgenote Annabel vonden hun weg naar het wereldwijde web. In beeld en tekst. Want zoals het een kattenliefhebber betaamt, projecteer ik graag mijn eigen gedachten op mijn viervoeters. En verrek, ik blijk bepaald niet de enige! We zijn met honderden. Al snel vergaarde mijn Ro tientallen volgers. Stuk voor stuk ook katten. ‘Roderick’ zelf volgt op zijn beurt ook diverse katten.
Wanneer ik nu de Insta app op mijn telefoon open, stroomt mijn tijdlijn vol met kattenplaatjes en grappige onderschriften. Ik zie mooie, grappige, onroerende foto’s. Ik herken hoe andere mensen naar hun huisdier kijken en er plezier aan beleven. Als ik een rotdag heb, open ik Ro’s account en scrollend door de posts op zijn tijdlijn verschijnt er als vanzelf weer een glimlach op mijn gezicht.

Instantgeluk. Zoveel aaibaar geluk, dat wil je toch delen?


Gepubliceerd in #Samenvoordieren, september 2019

donderdag 25 juli 2019

Een generatiedingetje

Ik heb sinds begin dit jaar een collega. Of eigenlijk al wat langer: ze begon hier in 2018 als stagiaire. Dus je begrijpt: mijn collega is jong en hip. Ze is vers afgestudeerd en heeft vermoedelijk nauwelijks herinneringen aan de tijd waarin er nog geen smartphones bestonden.
Tot zij hier kwam werken zag ik mijzelf als een digitaal vaardige communicatieadviseur. Ik snapte wel hoe dat werkte… die sociale media enzo. Ik gebruikte immers ook Facebook, Linkedin, Instagram, Twitter, Youtube en Whatsapp.

Had ik het even mis.

Stories

Ik leer nu toepassingen van platforms als Instagram en Facebook, waar ik het bestaan niet van kende. Het blijkt allemaal te draaien om stories en verhalen*. Met vooral veel beeld. Liefst bewegend beeld. Met geluid. En van die vrolijke ‘stickers’. Dat vergt behoorlijk wat gepriegel op een smartphone schermpje, waar mijn vingers echt te dik voor zijn. Gelukkig is het resultaat van die inspanningen slechts 24 uur te bewonderen. Daarna verdwijnt het in de digitale kliko van de online giganten.

Mijn media consumptie

Vol bewondering kijk ik toe hoe mijn jonge collega allerlei stories vormgeeft. Maar als ik haar erover hoor praten, raak ik regelmatig halverwege haar verhaal - oh ironie - het spoor volledig bijster. Ik hoor haar argumenten wel, maar ik begrijp ze serieus niet. Dat is deels omdat ik deze vakkennis niet heb meegekregen in mijn opleiding twintig jaar geleden. Maar vooral omdat ik zelf niet op deze manier media consumeer. ‘Het is een generatiedingetje’, verzucht ik dan. 

Onrustig

Ik ben een tekstmens. Ik schrijf graag en ik lees graag. Ik consumeer het liefst geschreven berichten. Bij voorkeur met passende illustraties en goede foto’s. Ik kan oprecht geïrriteerd raken, als ik een online nieuwsbericht aanklik en er ongevraagd een video met geluid begint te spelen. Ik word onrustig als ik een story aanklik en datgene waarnaar ik kijk, na een paar seconden alweer verdwijnt. Als ik er al aan denk om een story aan te klikken, want ik scroll doorgaans vooral langs foto’s en tekstberichten in mijn tijdlijn. 

Mijn professie

Ik moet zeggen dat het me best bezighoudt. Is het geschreven woord aan het uitsterven? Vertellen we ons verhaal straks alleen nog maar in (bewegend) beeld en korte fragmenten? Bestaat mijn professie straks nog wel in de huidige vorm? Moet ik mee in deze ontwikkeling om mijn eigen positie voor de toekomst zeker te stellen? Kan en ik wil dat? Of kan ik ervan uitgaan dat er - zolang ik werkzaam ben - altijd een doelgroep blijft, die net als ik graag teksten consumeert? 

Jeugd van tegenwoordig

Ook maak ik me een beetje zorgen. Kan de doelgroep, waar wij ons op richten met deze vluchtige media, nog wel de concentratie opbrengen om een tekst te lezen die langer is dan drie zinnen? En terwijl ik deze vraag typ, trek ik meteen twee conclusies:
  • Als dat werkelijk zo is, weet ik in ieder geval zeker dat niemand uit die doelgroep deze vraag heeft gelezen.
  • Dat ik me zorgen maak om de ‘jeugd van tegenwoordig’, maakt me wel echt een oud wijf. Over generatiedingetje gesproken...
*) Ja, ik weet het. Stories is Engels voor verhalen. En nee, ik zeg niet twee keer hetzelfde. 

woensdag 22 mei 2019

Column: Samen voor dieren

Ik ben, zoals dat heet, een kattenmens. Hoewel ik konijnen, honden, paarden en andere aaibare diersoorten ook heus wel leuk vind, reageert mijn brein vooral op de Felis silvestris catus. Bij het zien van een kat verschijnt er steevast een lach op mijn gezicht en uit ik mijn bewondering met een gepaste groet als ‘Dag schoonheid!’. Katten horen in mijn leven, dat moge duidelijk zijn. En uiteraard ook in mijn huis.

Dus toen mijn vriend er een jaar of twaalf geleden voor koos met mij te gaan samenwonen, hoorde poes Annabel simpelweg bij die keuze. Dat accepteerde hij, maar erg enthousiast was hij niet. Hij had niet zoveel met katten, zo vertelde hij mij steeds. Annabel bleek overigens ook niet zoveel met de nieuwe mens in haar leven te hebben. Toch was er iets in mij dat dacht dat een tweede kat wel een goed idee zou zijn.

Overtuigd

Zowaar wist ik mijn vriend mee te krijgen naar een dierenasiel, waar ik getuige was van een knap staaltje overtuigingskracht. Een kleine, cyperse kater koos hém uit. Hij achtervolgde mijn vriend door het kattenverblijf en keek hem met grote, trieste ogen aan. Hij bleef maar kopjes geven, alsof hij wilde zeggen ‘Neem mij! Neem mij!’ We noemden hem Tobias en hij spinde gedurende de hele autorit naar huis. Drie geweldige jaren heeft de bejaarde Tobias nog gehad in ons huis. Drie jaren waarin Tobias en zijn favoriete mens van elkaars gezelschap genoten. Na Tobias volgde er nog een kater. En daarna weer één: de rode Roderick, die al net zo dol is op mijn vriend als zijn voorgangers waren.

Kattenpersoneel

Op dat ene moment in dat dierenasiel, werd de man die ‘niets met katten had’ ineens een kattenmens. Zo één die lacht om de grappige fratsen van de viervoeters. Die er tegen praat, zich in vreemde bochten wringt om er foto’s van te maken en… die zonder problemen de rol van kattenpersoneel op zich heeft genomen. Want ook dat hoort erbij. Wie van katten houdt weet: wij mensen zijn er slechts om hen te dienen, met hun betoverende uiterlijk, hun aandacht en hun aaibaarheid als ultieme beloning. Wij samen zijn er voor hen. Wij samen sloven ons uit voor de dieren in ons huis. Dus toen ik voor het eerst de hashtag #samenvoordieren las, dacht ik: ‘Hee verrek, dat gaat over ons!’