‘Slimme 45+’er afgeschreven’ kopte
kwaliteitskrant Telegraaf deze week. Normaal gesproken blader of scroll ik bij dergelijke krantenkoppen gewoon verder. Omdat het De Telegraaf betreft inderdaad. Maar ook wel omdat het doorgaans best wel ver van me afstaat, dat boven de 45 en werkzoekend zijn. Het toeval wil echter dat ik juist de laatste weken nogal eens na zit te denken over de arbeidsmarkt en hoe mijn eigen loopbaan daarin past. En weet je… die 45 is eigenlijk helemaal niet meer zo ver weg.
Twijfelen
In gesprekken met jongeren over school- en beroepskeuze grap ik regelmatig: “Ik weet eigenlijk nog steeds niet wat ik later wil worden!” Mijn CV kenmerkt zich dan ook niet echt door duidelijke, bewuste keuzes. De twee banen waar ik het langst heb gewerkt en me het meest op mijn plek heb gevoeld, kwamen beide min of meer bij toeval op mijn pad. En dan is er nog dat jaar
2008; vijf werkgevers in één jaar. Oef! Toen kon ik me dat echter nog wel veroorloven; als je begin dertig bent is twijfelen algemeen geaccepteerd. Maar eenmaal de veertig gepasseerd…
Het communicatievak
Inmiddels ben ik 40+’er en alweer een kleine tien jaar werkzaam als communicatieprofessional. Een professie die aansluit op mijn opleiding, voor een groot deel past bij wat ik kan en echt veel leuke, interessante aspecten kent. Het is echter ook een vak waar ‘iedereen verstand van heeft’ (een beetje zoals bij een voetbalcoach), dat vaak een vrij ruime definiëring kent (‘Dat hoort toch ook bij communicatie?’) en waarin je met regelmaat achter de feiten aan mag hobbelen. Bovenal is het een vak, waarin de ontwikkelingen ontzettend hard gaan… Ik zeg: hallo sociale media!
Communicatiemix nieuwe stijl
En zo trof ik mijzelf de afgelopen weken, mijmerend over mijn loopbaan. Wil ik dit werk nog 25 jaar* doen? Tegelijkertijd weet ik: als ik dit werk blijf doen, blijft het natuurlijk niet ‘dit werk’. Zoals we tien jaar terug nog niet wisten wat Youtube en Instagram in deze tijd zouden betekenen, hebben we nu nog geen flauw benul welke media ons nog staan te wachten. Zijn de kwaliteiten en affiniteiten die ik nu heb voldoende om me alles wat nog gaat komen eigen te maken? Bied ik daarmee een mooie mix van klassieke communicatievaardigheden en moderne toepassingen? Of word ik links en rechts ingehaald door de volgende generatie, voor wie deze middelen zo vanzelfsprekend zijn?
Nog 25 jaar?
Maar bovenal: wil ik dit? Ben ik zo op mijn plek in dit vak, dat ik dit nog 25 jaar wil doen? Of zijn er beroepen die misschien beter bij me passen? En hoe reëel is het om hier als 40+’er nog serieus over na te denken? Ik vind het zo dubbel: ik heb nog zeker 25 jaar werk voor de boeg en daar wil ik met plezier en bevlogenheid mijn tijd en energie in steken. Ondertussen doen we op de arbeidsmarkt net alsof ik al oud ben… terwijl ik meer arbeidsjaren vóór me dan achter me heb.
Ik ben er voorlopig nog niet uit. Dat hoeft ook niet… ik heb nog wel even. Toch ervaar ik wel een beetje keuzestress. Ik weet immers niet hoe zeker ik ben van mijn huidige baan op de lange termijn. En die 45 komt langzaamaan ook griezelig dichtbij. Zou dit dan mijn versie van de midlifecrisis zijn?
___
*)Toen ik mijn altijd optimistische partner deze vraag voorlegde, antwoordde hij geruststellend: “25 jaar? Jij mag er toch zeker nog wel 30!?”