Ik heb een bloggersblock, al maanden…. Ik heb zelfs al maanden de titel van deze blog klaarliggen, maar ik kom er maar niet toe er eens een stukje over te schrijven. Het is bij me opgekomen alleen de titel te plaatsen. Erg veel duidelijker kan ik niet zijn, toch?
Mijn bloggersblock uit zich in het steeds maar niet weten waar ik het over wil hebben in mijn blog of hoe het te verwoorden. Ik kan best aardig schrijven en ik doe het graag. Zo’n blog leek me dan ook helemaal te gek! Mijn hersenspinsels in woorden vangen en dan toevertrouwen aan het worldwideweb, daar waar honderen het kunnen en slechts enkelen het willen lezen.
Ja, dit ging helemaal mijn ding worden.
Niet dus.
Mijn hoofd is vol.
Mijn word-documentjes eng leeg.
Het zit er wel in, maar het komt er niet uit.
Waar zou ik het dan over willen hebben?
Over de baan die ik achter laat? Been there, done that.
Over de loopbaan die voor me ligt? Eh.. nou... over een maandje of wat misschien.
Over mijn geliefde met wie ik nu alweer een heel jaar huis, bed, bank, poes en leven deel? Zou kunnen, zou kunnen.... Wordt het dan het aanrecht dat er uitziet als een slagveld, als hij gekookt heeft? Zijn schoenenverzameling? Wordt het een quasi emo stukje over ons fijne samenzijn? Of wordt het een verhandeling over de voors en tegens van de overgang van ‘jij en ik’ naar ‘wij’? Ik ben er nog niet uit....
Over acht prachtige dames zou ik ook nog kunnen schrijven. Acht dames met wie ik –door een uit de hand gelopen grapje – spontaan een paar dagen naar de sneeuw ging. Voor mij een sprong in het diepe, waar ik tot op vandaag geen spijt van heb gehad. Acht dames van wie ik leer en heb geleerd wat spontaniteit is en wat dat je kan brengen. Acht dames die laten zien dat als je samen bent, verdriet verzacht wordt en plezier versterkt. Ik heb het geprobeerd, maar ook dat bleek niet in woorden weer te geven.
Vriendschappen in het algemeen dan, is dat wat? Over waarin je verschilt en over dat wat je bindt. Over waarom het soms wel werkt en soms ook niet. Over waarom sommige vriendschappen blijven bestaan en andere niet en wat dat dan zegt over de waarde van die vriendschappen... Hmm, dat wordt te algemeen, of te persoonlijk....
Sjonge, waar kan ik het dan nog over hebben? Een blik uit het raam leert mij dat het weer op het moment ook al geen geschikt onderwerp is.
Zou het zo kunnen zijn dat ik eigenlijk helemaal niet geschikt ben om te bloggen. Dat kan natuurlijk ook. Misschien weet ik de balans tussen te algemeen en te persoonlijk niet te vinden.
Waarom wil het eigenlijk?
Oja, ik schrijf graag en ik kan het ook best aardig.
Als jong meisje schreef ik al zo graag. Dagboeken vol heb ik geschreven. Gedichten ook. Pure drama zoals alleen pubermeisjes dat kunnen.
Inmiddels ben ik ouder, (wijzer?) rustiger en veel blijer met mijzelf en mijn leven. Daar is ook wat voor te zeggen. Het levert alleen geen dramatische teksten meer op. Daarvoor in de plaats zijn observaties gekomen. Geen woorden meer rechtstreeks uit de dieptes van mijn hart. De pure emoties vinden nu hun weg van mijn hart naar mijn hoofd, alwaar een kluwe emoties netjes wordt gefilterd, onder woorden gebracht en in het juiste hokje geplaatst. Dat is handig. Dat is overzichtelijk. En dat levert oersaaie blogs op....
... of een bloggersblock.
donderdag 20 maart 2008
woensdag 5 maart 2008
Opgelucht
En… opgelucht?
Dat is wel de meest gehoorde vraag van de afgelopen week. Het is nu exact een week geleden dat ik mijn ontslag heb ingediend bij huidige werkgever. Dus ik word geacht opgelucht te zijn.
op•ge•lucht (bijvoeglijk naamwoord; opgeluchter, opgeluchtst)
1 van angst of spanning bevrijd
Ben ik van angst bevrijd? Ik was mij er in ieder geval niet van bewust angstig te zijn, dus dat zal wel meevallen. Ben ik van spanning bevrijd? Nu ik er zo letterlijk over nadenk… ja, eigenlijk wel! Maar ook weer niet, want over een kleine maand ga ik een nieuwe uitdaging aan en dat brengt weer geheel nieuwe spanning met zich mee.
Waarschijnlijk zullen diegenen die me deze vraag stelden ervan uit zijn gegaan dat ik er tegenop zag om mijn mededeling te doen. Dat was echter nauwelijks het geval, tot mijn eigen verbazing.
Een maand of negen eerder was dat wel anders. Met lood in mijn schoenen ging ik het gesprek aan met mijn baas van dat moment. Ik had er zelfs een halve nacht van wakker gelegen en om het mij allemaal nog iets moeilijker te maken, had ik slechts drie dagen daarvoor nog bloemen van hem gehad. Als dank voor het – in mijn ogen – gewoon doen van mijn werk.
Zes-en-half jaar lang had ik voor en met hem gewerkt; ik had zijn DM bureau zien evolueren tot leidend vakorgaan op het gebied van fondsenwerving, hij had mij zien evolueren van naïef hbo-ertje tot creatieve, multifunctionele rechterhand. Maar op een gegeven moment was het op. Wat mij ooit inspireerde en uitdaagde, voelde nu als een beperking. Dus zocht ik naar iets nieuws en toen ik dacht te hebben gevonden was het moment daar… Ja, ik was van spanning bevrijd toen het hoge woord eruit was en ik zijn begripvolle reactie mocht incasseren. Het was een logische keuze, die ik voornamelijk voor mijzelf lastig had gemaakt.
En zo startte ik zeven maanden terug vol enthousiasme mijn nieuwe baan. Nieuwe materie, nieuwe collega’s, nieuwe werkzaamheden en vooral een hele nieuwe uitdaging! Geen moment is het bij me opgekomen dat ik hier wellicht binnen een jaar weer zou vertrekken.
De werkzaamheden waar ik zo’n zin in had, bleken een slap aftreksel te zijn van dat wat ik me er bij voor had gesteld. In een half jaartje tijd zag ik mijzelf evolueren tot een afgestompte en cynische werknemer. Het is op. Nu al. Niet na zes jaar, maar na zes maanden. Ik vind het jammer. Ik had mij graag op mijn plek gevoeld in deze functie. Misschien waren mijn verwachtingen te hoog of misschien wilde ik te graag. Maar dit is het niet, dus ik vertrek. Het is een logische keuze en ditmaal heb ik het mezelf niet zo moeilijk gemaakt.
Ik ben opgelucht, maar dan vooral omdat nu blijkt dat ik er helemaal niet zo’n moeite mee heb om veranderingen in gang te zetten, knopen door te hakken, beslissingen te nemen. Jawel, ik kan het!
Ik kies voor mij. Of zoals een voormalig collega - en tevens wijze, oude man – ooit zei:
“Je bent je eigen BV. Als het elders beter voor jou is, moet je weggaan.”
En nu maar hopen dat mijn volgende blog niet weer gaat over het wisselen van baan.
Dat is wel de meest gehoorde vraag van de afgelopen week. Het is nu exact een week geleden dat ik mijn ontslag heb ingediend bij huidige werkgever. Dus ik word geacht opgelucht te zijn.
op•ge•lucht (bijvoeglijk naamwoord; opgeluchter, opgeluchtst)
1 van angst of spanning bevrijd
Ben ik van angst bevrijd? Ik was mij er in ieder geval niet van bewust angstig te zijn, dus dat zal wel meevallen. Ben ik van spanning bevrijd? Nu ik er zo letterlijk over nadenk… ja, eigenlijk wel! Maar ook weer niet, want over een kleine maand ga ik een nieuwe uitdaging aan en dat brengt weer geheel nieuwe spanning met zich mee.
Waarschijnlijk zullen diegenen die me deze vraag stelden ervan uit zijn gegaan dat ik er tegenop zag om mijn mededeling te doen. Dat was echter nauwelijks het geval, tot mijn eigen verbazing.
Een maand of negen eerder was dat wel anders. Met lood in mijn schoenen ging ik het gesprek aan met mijn baas van dat moment. Ik had er zelfs een halve nacht van wakker gelegen en om het mij allemaal nog iets moeilijker te maken, had ik slechts drie dagen daarvoor nog bloemen van hem gehad. Als dank voor het – in mijn ogen – gewoon doen van mijn werk.
Zes-en-half jaar lang had ik voor en met hem gewerkt; ik had zijn DM bureau zien evolueren tot leidend vakorgaan op het gebied van fondsenwerving, hij had mij zien evolueren van naïef hbo-ertje tot creatieve, multifunctionele rechterhand. Maar op een gegeven moment was het op. Wat mij ooit inspireerde en uitdaagde, voelde nu als een beperking. Dus zocht ik naar iets nieuws en toen ik dacht te hebben gevonden was het moment daar… Ja, ik was van spanning bevrijd toen het hoge woord eruit was en ik zijn begripvolle reactie mocht incasseren. Het was een logische keuze, die ik voornamelijk voor mijzelf lastig had gemaakt.
En zo startte ik zeven maanden terug vol enthousiasme mijn nieuwe baan. Nieuwe materie, nieuwe collega’s, nieuwe werkzaamheden en vooral een hele nieuwe uitdaging! Geen moment is het bij me opgekomen dat ik hier wellicht binnen een jaar weer zou vertrekken.
De werkzaamheden waar ik zo’n zin in had, bleken een slap aftreksel te zijn van dat wat ik me er bij voor had gesteld. In een half jaartje tijd zag ik mijzelf evolueren tot een afgestompte en cynische werknemer. Het is op. Nu al. Niet na zes jaar, maar na zes maanden. Ik vind het jammer. Ik had mij graag op mijn plek gevoeld in deze functie. Misschien waren mijn verwachtingen te hoog of misschien wilde ik te graag. Maar dit is het niet, dus ik vertrek. Het is een logische keuze en ditmaal heb ik het mezelf niet zo moeilijk gemaakt.
Ik ben opgelucht, maar dan vooral omdat nu blijkt dat ik er helemaal niet zo’n moeite mee heb om veranderingen in gang te zetten, knopen door te hakken, beslissingen te nemen. Jawel, ik kan het!
Ik kies voor mij. Of zoals een voormalig collega - en tevens wijze, oude man – ooit zei:
“Je bent je eigen BV. Als het elders beter voor jou is, moet je weggaan.”
En nu maar hopen dat mijn volgende blog niet weer gaat over het wisselen van baan.
zondag 2 september 2007
Going back to my roots
Een gesprekje twee weken geleden:
“Bevalt het een beetje daar in Den Bosch?”
“Ja hoor, prima!” ’t Is een leuke stad.”
“Natuurlijk, het is een leuke stad, maar je laat toch je roots achter....”
Mijn roots dus, of gewoon op zijn oudhollands, mijn wortels. Mijn wortels die ik heb achtergelaten.
Gisteren bleek de ideale dag om eens op zoek te gaan naar mijn wortels. Gisteren was een dag van festiviteiten; altijd een mooie aanleiding om weer eens terug te gaan.
We startten in het dorp dat de eerste 19 jaar van mijn leven mijn natuurlijke habitat vormde. Samen met mijn moeder en mijn geliefde maakte ik een wandeling door de historische vesting van dit dorp... eh...excuus...stadje. We liepen langs kraampjes en (geïmproviseerde) horeca gelegenheden. Terwijl mijn moeder om de 5 meter iemand gedag zei of een praatje maakte, keek ik om me heen alsof ik een toerist was. Natuurlijk, ik kende de straatjes, ik kende soms ook wel de gezichten, een heel enkele keer kende ik zelfs een naam, maar de enige waar ik daadwerkelijk een praatje mee maakte..... die woont zelf al jaren niet meer in dat dorp. (oja, en die had ik zowaar net vorige week toegevoegd als hyves-vriendinnetje) Ik heb er niks meer mee, met dat dorp, met de mensen..... het is niet meer mijn thuis, ik krijg er geen warme gevoelens van.
Onze route vervolgde zich naar het stadje enkele kilometers verderop, het stadje waar ik 7 jaar lang heb gewoond, het stadje dat tot een half jaar terug mijn thuis was. Zouden mijn wortels hier dan zijn?
Even dacht ik een stukje wortel te ontdekken, in de pizzeria waar ik met een goede vriendin en mijn geliefde een – verrassing! – pizza nuttigde. Ja, in dit restaurant voelde ik de herinneringen, hier kwamen de verhalen omhoog, hier wist ik precies wèlke pizza ik moest bestellen!
Eenmaal dwalend door de stad, langs podia en biertenten, verdween het warme gevoel van eerder die avond. Zeven jaar lang had ik hier gewoond, gewinkeld, in kroegen gedanst, cappuchino’s gedronken, maar waar waren al die bekenden? Waar was de herkenning? Waar waren de mensen, die ik gedag wilde zeggen, met wie ik een praatje wilde maken? Waar was het gevoel van ‘dit was mijn thuis’? Waar waren mijn wortels?
Ze waren er niet. Ze zijn er niet. Blijkbaar reiken mijn wortels niet zo diep, dat ik een gedeelte achterlaat, zodra ik wegga. Blijkbaar onthecht ik vrij makkelijk.
De vraag die me wel een beetje bezighoudt is: Wat zegt dat over mij?
Is het een vorm van oppervlakkigheid? Of onverschilligheid?
Soms kijk ik naar mijn vriend en zijn wortels. Dan zie ik een man die nog altijd in het verenigingsleven zit van ‘daar en toen’, een man die nog altijd bevriend is met de mensen van ‘daar en toen’, dan zie ik dat herinneringen en heden ook een geheel kunnen vormen. (maar gelukkig zie ik ook een man, die er desondanks nooit meer middenin zou willen wonen) Dat vind ik te gek. Ik vind dat echt iets moois. Maar als ik dat te gek en mooi enzo vind, waarom heb ik dat zelf dan niet? Is dat een kwestie van niet kunnen, of toch gewoon niet willen?
“Bevalt het een beetje daar in Den Bosch?”
“Ja hoor, prima!” ’t Is een leuke stad.”
“Natuurlijk, het is een leuke stad, maar je laat toch je roots achter....”
Mijn roots dus, of gewoon op zijn oudhollands, mijn wortels. Mijn wortels die ik heb achtergelaten.
Gisteren bleek de ideale dag om eens op zoek te gaan naar mijn wortels. Gisteren was een dag van festiviteiten; altijd een mooie aanleiding om weer eens terug te gaan.
We startten in het dorp dat de eerste 19 jaar van mijn leven mijn natuurlijke habitat vormde. Samen met mijn moeder en mijn geliefde maakte ik een wandeling door de historische vesting van dit dorp... eh...excuus...stadje. We liepen langs kraampjes en (geïmproviseerde) horeca gelegenheden. Terwijl mijn moeder om de 5 meter iemand gedag zei of een praatje maakte, keek ik om me heen alsof ik een toerist was. Natuurlijk, ik kende de straatjes, ik kende soms ook wel de gezichten, een heel enkele keer kende ik zelfs een naam, maar de enige waar ik daadwerkelijk een praatje mee maakte..... die woont zelf al jaren niet meer in dat dorp. (oja, en die had ik zowaar net vorige week toegevoegd als hyves-vriendinnetje) Ik heb er niks meer mee, met dat dorp, met de mensen..... het is niet meer mijn thuis, ik krijg er geen warme gevoelens van.

Even dacht ik een stukje wortel te ontdekken, in de pizzeria waar ik met een goede vriendin en mijn geliefde een – verrassing! – pizza nuttigde. Ja, in dit restaurant voelde ik de herinneringen, hier kwamen de verhalen omhoog, hier wist ik precies wèlke pizza ik moest bestellen!
Eenmaal dwalend door de stad, langs podia en biertenten, verdween het warme gevoel van eerder die avond. Zeven jaar lang had ik hier gewoond, gewinkeld, in kroegen gedanst, cappuchino’s gedronken, maar waar waren al die bekenden? Waar was de herkenning? Waar waren de mensen, die ik gedag wilde zeggen, met wie ik een praatje wilde maken? Waar was het gevoel van ‘dit was mijn thuis’? Waar waren mijn wortels?
Ze waren er niet. Ze zijn er niet. Blijkbaar reiken mijn wortels niet zo diep, dat ik een gedeelte achterlaat, zodra ik wegga. Blijkbaar onthecht ik vrij makkelijk.
De vraag die me wel een beetje bezighoudt is: Wat zegt dat over mij?
Is het een vorm van oppervlakkigheid? Of onverschilligheid?
Soms kijk ik naar mijn vriend en zijn wortels. Dan zie ik een man die nog altijd in het verenigingsleven zit van ‘daar en toen’, een man die nog altijd bevriend is met de mensen van ‘daar en toen’, dan zie ik dat herinneringen en heden ook een geheel kunnen vormen. (maar gelukkig zie ik ook een man, die er desondanks nooit meer middenin zou willen wonen) Dat vind ik te gek. Ik vind dat echt iets moois. Maar als ik dat te gek en mooi enzo vind, waarom heb ik dat zelf dan niet? Is dat een kwestie van niet kunnen, of toch gewoon niet willen?
Abonneren op:
Posts (Atom)