dinsdag 2 december 2008

Crisis

Al jarenlang ben ik ervan overtuigd dat kleding een vorm van communicatie is; door te kiezen voor een bepaalde stijl geef je aan wie je bent (of wie je graag zou willen zijn).
Met mijn in textiel gehulde lijf gaf ik aan dat ik alternatief, onzeker, onverschillig, uitdagend, informeel zakelijk of net een beetje anders dan anderen was. Mijn kleding sprak, zonder woorden te gebruiken.

Winkelen is zodoende niet simpelweg in het wilde weg geld uitgeven. Winkelen is je steeds weer afvragen wie je wilt zijn en welke aspecten van jezelf je wilt laten zien. In modezaken koop je geen kleding, je koopt een identiteit. Een jaar of tien terug was ik eigenlijk best een goedkoop typje; zonder noemenswaardige problemen schafte ik – na het succesvol afsluiten van mijn Zwarte Periode – een perfect passende identiteit aan bij H&M. Natuurlijk bestonden er uitstapjes naar Vero Moda, Marks & Spencer, Miss Selfridge, Wonder Woman, maar de hofleverancier van de Ari-aanse identiteit was toch absoluut deze Zweedse kleding discounter. En in de jaren die volgden voltrok zich een langzame verschuiving richting winkels als The Sting en SPS...

De laatste jaren ben ik echter volkomen stuurloos, waar het de aanschaf van kleding betreft. Ik ben echt volledig de weg kwijt! Lange tijd heb ik De Mode Industrie als schuldige hiervoor aangewezen; in de winkels die al die jaren mijn voorkeur hebben genoten, was met geen mogelijkheid meer passende kleding te vinden voor mijn (ja, ietsje uitgedijde) verschijning. ‘De Mode Industrie maakt gewoon geen kleding voor Gezonde Hollandse Vrouwen!’ heb ik meer dan eens uitgeroepen. Woest was ik. Als ik de hippe textiellapjes al aankreeg, voelde ik me een molenpaard in een poppenjurkje. Foei Mode Industrie! Foei, dat je geen kleding meer maakt die bij mij past!

Afgelopen zondag, tijdens een intensieve winkelsessie, drong het ineens tot mij door; ik wend mij simpelweg al jaren tot de verkeerde winkels. De modeketens van weleer zijn niet langer geschikt om mij te voorzien van een passende identiteit. Dat komt niet omdat De Mode Industrie iets fout doet. Dat komt door mij. Ik ben veranderd; ouder, volwassener geworden. Ja, voller ook. Ik zal mij moeten wenden tot andere winkels, ander merken... maar ik weet niet waar ik naartoe moet. Ik heb een identiteitscrisis!

Ik weet niet waar ik zijn moet.... ik kijk in etalages en denk ‘vind ik hier mijn identiteit?’
Ik pluk truitjes uit het rek en vraag me af ‘Ben ik dit?’.
Waar vind ik mijn stijl?
Wat is mijn stijl?
Ben ik hip?
Ben ik stijlvol?
Ben ik vrouwelijk?
Ben ik truttig?
Ben ik stoer?
Wie ben ik?

Ik heb hulp nodig.
Geen professionele hulp, daarvoor vind ik het nog te vroeg.
Ik moet hier alleen uit kunnen komen, met hulp van mijn naasten.
Toch?

Dus...
Wie helpt mij?
Wie vertelt mij wie ik ben en welke kleding daarbij hoort?
Wie helpt mij uit de identiteitscrisis en in de oh zo modieuze financiële crisis?

dinsdag 18 november 2008

Geloof

Ik Geloof In Sprookjes

Enige jaren terug had ik een t-shirt met die tekst erop. Dat kledingstuk stond altijd garant voor leuke gesprekken aan de bar. De woorden op het shirt bleken uitnodigend (hoewel het natuurlijk ook gewoon een excuus kon zijn om ongegeneerd naar mijn ‘tweede paar ogen’ te staren).

“Goh, geloof je echt in sprookjes?”
“Jawel, en ook in Sinterklaas, God en Ware Liefde!”


Aan gespreksstof vervolgens geen gebrek. De conversaties die ontstonden vormden vaak een welkome variant op ‘Ken ik jou niet ergens van?’, ‘Heb je misschien een vuurtje voor me?’ en andersoortige smalltalk waar ik nooit echt goed in ben geweest.

Sinterklaas, God en Ware Liefde.
Dat rijtje had ik met meer succes in mijn brein opgeslagen, dan me met die rare Duitse naamvallen ooit gelukt is. Alsof er een onweerlegbare logica aan die opsomming ten grondslag lag.

Met het risico dat ik sommige mensen tegen het hoofd stoot; ik meen dat er ook zeker een overeenkomst bestaat tussen deze drie fenomenen. Sinds Alles is Liefde is de vergelijking tussen Sinterklaas en Ware Liefde al vaker gemaakt.
En dan is er nog God.

God valt of staat - net als Sinterklaas en Ware Liefde - met mensen die in Hem geloven.
Geloven is tricky. Geloven is: vast vertrouwen in het bestaan van iemand of iets (Van Dale). Kortom: geloven is weten zonder bewijs. Dat doe je niet zomaar. Ik niet in ieder geval.
En juist daarom fascineert het geloof in God me zo. Zoveel miljoenen mensen vertrouwen in het bestaan van God. Zoveel miljoenen mensen bouwen hun leven om Hem heen, vinden antwoorden, troost en houvast in Hem. Er zijn kerken gebouwd, gemeenschappen gesticht, wetten geschreven, culturen gegroeid. God zit zo diep in mensen en in de samenleving, dat het bijna onwerkelijk lijkt dat Hij wel eens niet echt zou kunnen bestaan.
Maar daar zit wat mij betreft nou net het dilemma; geloof is bovenal aangeleerd. Geloof bestaat uit datgene wat je verteld is. Geloof is een verzameling verhalen. Als niemand je vertelt over God, hoe kun je dan weten dat Hij bestaat? Als niemand je vertelt dat God bestaat, ben je bij voorbaat een ongelovige.
Ik geloof niet dat ik geloof. Soms zou ik wel willen, maar ik kan simpelweg niet zeggen dat ik een vast vertrouwen heb in het bestaan van God. Desondanks koester ik mijn christelijke opvoeding en het christelijke fundament van onze samenleving. Het is onderdeel van onze – en mijn – historie. En het maakt net zo zeer deel uit van onze cultuur als Sinterklaas.
Natuurlijk begeef ik mij op glad ijs als ik God met Sinterklaas vergelijk. Maar als je het niet erg vind, ga ik die discussie nu even niet aan met een willekeurige vijf-jarige. Want je kunt nou wel zeggen dat God overal is, maar was Hij ook afgelopen zaterdagmiddag in Almere? Sinterklaas in ieder geval wel! Zag je al die volgelingen aan de kant van de weg?

Ik geloof dus Hij bestaat.
Zou het zo simpel kunnen zijn?
Wanneer een object van geloof door zoveel mensen levend wordt gehouden, bestaat het dan niet gewoon?
Ik geloof in God! God bestaat, omdat ik erin geloof.
Ik geloof in Ware Liefde! Ware Liefde bestaat, omdat ik erin geloof.
Ik geloof in Sinterklaas! Sinterklaas bestaat, omdat ik erin geloof.

Maar.... sprookjes?
Nee, daar geloof ik niet meer in.
Helemaal niet erg dus, dat dat shirt me niet meer past.

zondag 9 november 2008

Oud & Nieuw

Het is november 2008. De bomen verliezen langzaamaan hun laatste blaadjes en de donkere dagen voor kerst doen weer hun intrede. Nog even en we worden weer overspoeld met gekunstelde knusheid, kitscherige kerstmeuk en natuurlijk de gebruikelijke jaaroverzichten.
Zelf wilde ik alvast maar eens beginnen met een blik te werpen op 2008.

Een bijzonder jaar, dat 2008.
Het was het jaar waarin de gehele westerse wereld getroffen werd door een financiele crisis.
Het was het jaar waarin Amerika voor het eerst een zwarte man als president koos.
Het was het jaar waarin ik vijf verschillende werkgevers had.

Vijf?
Ja, vijf.
Dat is dan een gemiddelde arbeidsduur van 2,4 maand?!
Nou, dat ligt net ietsje genuanceerder....
Ach het geef in ieder geval voer voor blog...

“ ......Het is op. Nu al. Niet na zes jaar, maar na zes maanden. Ik vind het jammer. Ik had mij graag op mijn plek gevoeld in deze functie. Misschien waren mijn verwachtingen te hoog of misschien wilde ik te graag. Maar dit is het niet, dus ik vertrek……”
5 maart

“ ......Na enkele weken merk ik echter dat dit de grootste miskoop sinds jaren is; dit is mijn ding niet. Dit past niet. Dit zit zo strak dat ik last van mijn maag krijg. Hoe heb ik kunnen denken dat dit iets voor mij zou zijn?
Een mens kan zich vergissen. Ik kan dat zelfs erg goed. Ik heb een kast vol miskopen om dat te illustreren. En een CV vol... als ik niet uitkijk….. "  

24 april

“..... Ik las. Ik overdacht. Ik twijfelde. Niet de vacature, maar de afstand. Ik raadpleegde NS online. Ik mailde. Ik werd uitgenodigd. Ik reisde. Ik luisterde. Ik sprak. Ik raakte enthousiast.
Ik dronk een roseetje. Ik overdacht. Ik twijfelde niet meer. Ik werd gebeld. Ik heb een baan!
Ik word weer onderdeel vàn....! Ik word deel van De Wervende Factor! .....”

23 juli

Over drie weken zeg ik weer een club collega’s gedag. Ik raak er bijna aan gewend. De Wervende Factor is inmiddels weer opnieuw aan het werven en ik hoop voor hen dat het ditmaal een blijvertje wordt.
Wat betreft mijzelf. Ik verheug me op de baan die komen gaat. Ik houd mezelf voor dat het zo heeft moeten zijn. De baan die komen gaat, kwam niet zomaar op mijn pad.

En zo vind ik mijzelf, tegen het einde van 2008, mijmerend over de keuzes die ik heb gemaakt en de kansen die me zijn geboden. Misschien ben ik er wat vroeg mee, maar ik heb ook alvast mijn goede voornemens geformuleerd:
  1. In 2009 beperk ik mij tot slechts één werkgever 
  2. In 2009 schrijf ik geen blogs meer over werk 

Gelukkig nieuwjaar alvast!