maandag 16 april 2012

Column: Het Neurootje

Sinds een half jaartje prijken de karakter-omschrijvingen van Meet Your Match op de website van het Dierentehuis. Ideaal als je een kat zoekt die bij jou past. Maar wij zoeken geen kat. Wij hebben er al twee. Toch kan ik het niet laten de negen typeringen eens door te nemen. Eens kijken of ik die twee van ons in een hokje kan stoppen.

Ik begin met onze Tommy. Daar is geen twijfel over mogelijk. Tom is de Directeur. Al is het maar omdat hij hier in huis altijd de hoogste positie bekleedt; de bovenste verdieping van de krabpaal. Tommy twijfelt er zelf ook niet aan dat hij de Directeur is. Wij zijn er slechts om hem te dienen. Te aaien. Te voeren. De deur voor hem open te doen. Tom heeft charisma en natuurlijk overwicht. En wij? Wij zijn trots voor hem te mogen werken.

Annabel is van een heel ander kaliber. Ik noem haar al jaren liefkozend Het Neurootje. Annabel is een stresskatje, een zenuwpeesje, een verlegen meisje. Annabel komt niet op schoot. Ze schiet weg als er bezoek is. Ze plast uit protest op ongewenste plaatsen, als wij het wagen een tweede kat in huis te halen. Ze gilt oorverdovend hard als ze in de auto vervoerd moet worden. En ze rent regelmatig helemaal hyper door het huis, zonder aanwijsbare aanleiding.

“Daar heb je toch niks aan, aan zo’n kat?”
Dat waren de woorden van mijn vriend, waar ik vijf jaar terug mee ging samenwonen. Hij had een punt. Annabel was niet het toppunt van gezelligheid. Toch hield ik van haar. Omdat ze mijn kleine meisje was. En omdat ze heel soms ineens een kopje kwam geven. Of omdat ze een enkele keer eens niet wegliep als ik haar aaide, maar heel zachtjes begon te spinnen.

Deze zomer wordt Annabel tien jaar oud. En wat ik niet meer had verwacht is toch gebeurd: ze is socialer geworden. Aanhankelijker. Ze komt nog steeds niet op schoot, maar ze komt wel naast me liggen. Soms rolt ze zelfs op haar rug, zodat ik haar buik kan kriebelen. Ze komt ons tegemoet gerend als we thuiskomen. Ze drentelt om ons heen en babbelt tegen ons. En het rare is: ik ben helemaal verrukt als ze uit zichzelf met me komt knuffelen. Juist omdat het niet vanzelfsprekend is, voelt het als een cadeautje.

Dan kijk ik naar de negen typeringen en zie: Annabel is een Stille Liefde. Ze heeft een jaartje of negen nodig gehad om de kat uit de boom te kijken, maar het was het wachten waard!
Behalve aanhankelijker is ons Annabelletje ook stoerder geworden. En dan zie ik dat ik een typering mis bij Meet Your Match. De Directiesecretaresse. Want Tom mag dan de Directeur zijn... als Annabel iets niet wil, dan gebeurt het niet!

maandag 30 januari 2012

Lustrum

Ik stapte vanmorgen op de fiets en keek om me heen. De wereld was bedekt met een laagje wit. Is het toeval? 30 januari. Sneeuw. Hoor ik daar Abel zingen…?

Vandaag is het precies vijf jaar geleden. Ik stapte in mijn Ka-tje (die ik nu niet meer heb), reed naar Karin’s huis (waar ze nu niet meer woont), waar we in het busje stapten van Wendy’s werkgever (waar ze nu niet meer werkt). Richting Oostenrijk. Negen vrouwen. Vriendinnen? Toen nog maar nauwelijks. De meesten had ik hooguit twee maal ontmoet. Maar daar ging ik. Mijn sprong in het diepe, mijn stap in de bus….

Nu zijn we vijf jaar verder. Wat is er veel veranderd in die vijf jaar; woning, werk, relatie… onze levens in beweging. En al vijf jaar delen we dat met elkaar. Via de wondere wereld van het web, maken we nog altijd onderdeel uit van elkaars leven. En ook offline, als we het ingepland krijgen.

Vanmorgen op de fiets bedacht ik me hoe bijzonder ik dit vind. Hoe fijn dat ik deel mag uitmaken van deze groep unieke vrouwen. Hoe heerlijk ik de grapjes en oneliners vind. Hoe die rare wijven altijd weer een grijns op mijn gezicht kunnen toveren.

Lieve Barbara, Danny, Joyce, Karin, Kim, Linda, Myriam en Wendy… fijn dat ik jullie vriendinnetje mag zijn!

zondag 27 november 2011

Column: De Plaatsvervanger

Tobias stal ons hart. Een jaar of drie terug zocht hij ons uit, toen wij zijn asiel bezochten. Onze Tobias was grappig en lief. Een knuffelbeest en een babbelaar. Ons Toobje bleek een hartenbreker... En mijn hart brak, in april dit jaar.

Begin maart bezochten wij met Tobias de dierenarts; hij viel zoveel af. “Kerngezond!” zei deze, refererend aan het zojuist afgenomen bloedonderzoek. “Het zal de leeftijd zijn.”
Eind maart brachten we Tobias weer naar de dierenarts. Hij was nog verder vermagerd en kon nauwelijks meer lopen. De dierenarts onderzocht zijn schildklier. Onze laatste strohalm. Tegelijkertijd waarschuwde de dierenarts ons, rekening te houden met het ergste.

Toen werd het zaterdag 2 april. Tobias kon niet meer lopen. Nauwelijks meer zitten. Hij at niet meer. Hij dronk niet meer. We hadden nog anderhalve kilo kat over. Onze laatste poging: verse biefstuk. We brachten Tobias bij het bakje met de in kleine reepjes gesneden stukjes vlees. Hij lag op zijn zij en trok met één pootje het bakje naar zich toe. Hij legde zijn kopje in het bakje. En zo at hij zijn stukjes biefstuk op. Het duurde ongeveer een kwartier. Wij stonden erbij en keken ernaar. Met tranen in de ogen. “Dit kan zo niet langer! Ik ga nu de dierenarts bellen. Genoeg is genoeg.” Een half uurtje later stierf ons Toobje op de behandeltafel. Hij was op. Helemaal op. Het was het beste zo. Maar wat heb ik gehuild.

Nog geen twee weken later drentelden er weer twee katten door ons huis. Onze kattenpopulatie vulden we aan met Tommy, een prachtige weldoorvoede Kartuizer Blauwe Rus. Tommy stal ons hart al vier jaar geleden, toen hij was komen aanlopen bij familie van ons.

Wij mogen Tommy hebben. Zij zochten een nieuw huis voor hem en wij hadden weer plaats voor nog een kat. Tommy voelde zich meteen thuis. Al na een dag liep hij hier rond alsof ie niet beter wist. Wij moesten wel erg wennen. Soms noemden we hem per ongeluk Tobi en regelmatig dacht ik dat onze kleine gestreepte held aan kwam drentelen...

Misschien was Tommy er te snel. Het verdriet om Tobias was nog zo sterk aanwezig. Het voelde bijna als verraad om hem zo snel al te vervangen. Nu zijn we een aantal maanden verder en ik zou Tom niet meer willen missen. Hij hoort bij ons zoals Tobias bij ons hoorde. Ons hart is groot genoeg voor nog een viervoetige hartenbreker.