vrijdag 25 juni 2010

Dertig

In mijn achttien jaar oude koekblik rijd ik die morgen naar kantoor. Het is een ochtend als iedere ochtend. Alweer vier jaar werk ik bij dit kleine marketing bureau. Uitdagend is het allang niet meer. Wel gezellig en gemakkelijk. Ik open als eerste de deuren van het kantoor en loop naar mijn bureau. Mijn stoel is versierd. Het is mijn verjaardag. Ik word dertig.

Mijn collega’s komen één voor één binnen. Drie stuks in totaal. Ik neem de felicitaties in ontvangst en serveer koeken bij de koffie. Vervolgens gaan we aan het werk. Het is een dag als iedere dag.
Om twaalf uur gaat de bel. Ik open de deur en zie tot mijn grote verrassing mijn twee beste vriendinnen op de stoep staan. Kartonnen hoedjes schreeuwen ‘30 jaar!’. Met een enorme picknickmand in de hand lopen ze het kantoor binnen. Champagnekurken knallen. De tafel wordt gedekt en met mijn collega’s en mijn beide vriendinnen, doe ik me te goed aan verse broodjes, jus d’orange en aardbeien. Het is mijn dertigste verjaardag, die konden ze toch niet zomaar voorbij laten gaan?

Zodra ik de uitgebreide lunch achter de kiezen heb, reikt één van mijn collega’s mij mijn jas aan. “Veel plezier vanmiddag!”, zegt hij. Stomverbaasd word ik achterin de auto van mijn vriendin gezet. Een uurtje later stappen we uit bij een prachtig saunacomplex. Met z’n drieën brengen we mijn verjaardag door. Het is een heerlijke dag. We genieten met volle teugen en we praten wat af. Over ons leven, onze liefdes. Over het jarenlange vrijgezellenbestaan dat achter ons ligt en de prille liefdes die we toevallig op dat moment alle drie beleven. Het is een bijzondere dag. Niet omdat ik dertig ben geworden, maar omdat ik deze dag doorbreng met twee mensen die me zo dierbaar zijn.

Inmiddels ligt mijn vijfendertigste verjaardag alweer achter me. Een verjaardag die ik doorbracht met andere mensen, in een andere stad, bij een andere werkgever. Vijf jaar na mijn dertigste verjaardag woon ik samen met mijn prille liefde van toen. We hebben een koophuis, een leasebak en geld op de spaarrekening. Ik heb een uitdagende baan binnen een groot bedrijf en doe waarvoor ik ben opgeleid. En... ik denk regelmatig met heimwee terug aan die tijd toen alles nog voor me lag…


- Inzending Viva Columnwedstrijd juni 2010-
Dertig… De een wil het niet worden en de ander kijkt ernaar uit. Maar is het nu zó erg om dertig te zijn? 30 wordt gezien als een grote mijlpaal. Hét moment waarop je gaat nadenken over wat je hebt bereikt en wat je nog wilt. Op deze leeftijd ligt de toekomst nog voor je open en heb je waarschijnlijk ook al van alles bereikt. Op Viva.nl kun je nu je eigen column uploaden. Doe je dat dan maak je niet alleen kans op je 15-seconds of fame, je maakt ook kans op leuke prijzenpakketten!

zaterdag 1 mei 2010

Vergissing

Als ik de koelkast opendoe, zie ik twee blikken Danerolles liggen. Mijn gedachten dwalen even af.

Misschien wilde je komende zondagmorgen croissantjes bakken. Ik zie helemaal voor me hoe je met je twee kleine meiden het deeg oprolt en door het raampje van de oven kijkt hoe ze zich tot goudgele croissants ontwikkelen. Of misschien zou je volgende week zondag wel ontbijt op bed krijgen; dan is het immers moederdag.

Maar dat gebeurt niet.
Alles is nu anders.
Eén seconde.
Een auto.
Een autosnelweg.
Eén moment.
Een vangrail.
En dan niets meer...

De gruwelijkheid dringt nog niet helemaal door.
Ik denk er wel aan - ik doe niets anders - maar het daalt nog niet in.
“Best jammer dat mama nu dood is.” hoor ik je jongste dochtertje zeggen.
“Als mama niet meer terugkomt, moet jij dan nu poetsen, papa?” vraagt je oudste dochtertje later.
Ik weet niet goed of ik moet glimlachen of in huilen uit moet barsten. Ik kies voor het eerste, maar de knoop in mijn maag vertelt me, dat het net zo goed de tweede optie had kunnen zijn. De kinderlijke onbevangenheid van je twee meiden, maakt het verdriet even iets luchtiger. Tegelijkertijd maken juist die twee kleintjes dat dit zo f*cking oneerlijk is!

Ik zal je missen, dat sowieso. Maar de pijn in mijn hart wordt vooral ingegeven door de gedachte aan mijn broer en zijn twee meiden. Zijn meiden - jouw meiden - die nu zonder moeder moeten opgroeien. En mijn broer, die achterblijft met een gebroken hart.

God heeft zich weer een keer vergist.

dinsdag 20 april 2010

Column: Een nieuwe verovering

“Ik heb niks met katten.” Dat waren letterlijk zijn woorden, toen ik hem leerde kennen. Jammer voor jou dan, dacht ik nog, want die katten horen bij mij. Vanaf mijn 24e deelde ik mijn woning met met kater Midas en poes Annabel. Pas jaren daarna, verscheen mijn vriend in mijn leven. En wel met de woorden “Ik heb eigenlijk niks met katten.”

Nu had ik mij altijd al voorgenomen dat geen kerel ooit tussen mij en mijn beestjes zou komen. Alleen wanneer er sprake zou zijn van een zeer ernstige allergie – welke onomstotelijk bewezen zou moeten worden door minstens drie medisch specialisten – zou ik overwegen ooit afstand te doen van mijn katten. Maar katten niet leuk vinden is geen argument. Wil je mij, dan wil je hen. Het is een package deal.


Zo kon het gebeuren dat mijn vriend een jaar of drie terug ging samenwonen met mij èn met Annabel. (Midas heeft het helaas niet mee mogen maken) Hij accepteerde en tollereerde de kleine haarbal, maar het was wel duidelijk dat hij niet echt iets met katten had. Die houding leek overigens wel wederzijds te zijn. Annabel had ook duidelijk niet zo veel met de nieuwe baas.

Na enige tijd was ik wel toe aan gezinsuitbreiding. Maar ja, dat was geen beslissing meer die ik alleen kon nemen. Dus ik deed wat vrouwen het beste kunnen; het inzetten van de vrouwelijke charmes om mijn standpunt kracht bij te zetten... En zo liepen wij op een gegeven moment samen langs de verblijven met jonge en oude, mooie en minder mooie, kleine en grote, aandoenlijke en afzichtelijke katten.... mijn hart liep over; kon ik ze allemaal maar meenemen!
We vonden er eentje. Of eigenlijk vond hij ons. Met grote, trieste ogen keek hij ons aan. Nadat we hem een keer hadden aangehaald, bleef hij ons volgen. Hij was acht jaar oud en zijn baasje was enkele maanden daarvoor overleden. Hij bleef ons kopjes geven, alsof hij wilde zeggen “Neem mij! Neem mij!” We noemden hem Tobias en hij spinde gedurende de hele autorit naar huis.

Na drie bange dagen in zijn nieuwe huis, nam hij de toko over. Ons huis was zijn huis. Tobias ontwikkelde zich tot een zeer aanwezige en aanhankelijke viervoeter, die het qua charmes nog wel eens van Zijn Vrouwtje zou kunnen winnen. Want die man – die naar eigen zeggen niets met katten heeft – bevindt zich tegenwoordig regelmatig met zijn buik op de vloer, om foto’s te kunnen maken van onze Tobias. Diezelfde man – die dus niets met katten heeft – hangt hele verhalen op tegen onze gestreepte held. Die man vult ‘smorgens de bakjes, stopt Tobias stiekum stukjes fricandeau toe en ligt blauw van het lachen om de rare fratsen die onze kater uithaalt. Soms denk ik wel eens, dat hij gekker is met dat beest, dan ik ooit met een kat ben geweest. Dat vind ik mooi. Ik vind het mooi om te zien hoe een dier je hart kan veroveren. En het biedt ook hoop voor alle dieren die nu nog in het Dierentehuis zitten of daar ooit gebracht gaan worden.... ooit komt er iemand, wiens hart ook zij zullen veroveren en van wie zij een nieuwe kans krijgen.