woensdag 24 september 2008

Ordinary Love

Het was de zomer van 1997. Tegen een decor van een zonovergoten camping aan het Hongaarse Balatonmeer, beleefde ik mijn allereerste - en enige - echte vakantieliefde ooit. Een ontmoeting, een klik, een vonk. In die twee weken tijd beleefde ik de emotionele achtbaan van de opkomst en ondergang van onze ‘liefde’. Verliefdheid zonder toekomst.
We besloten geen adressen uit te wisselen, om de herinnering aan deze twee weken niet te besmeuren met halfslachtige pogingen iets in stand te houden, wat toch niet zou gaan werken. We namen afscheid om elkaar daarna nooit meer te zien.
Ik heb nog weken, maanden gedacht dat misschien in een andere tijd, een andere plaats...

Gedurende deze vakantie werd ik vergezeld door mijn immer trouwe walkman (voor wie het zich niet meer kan herinneren: dat was een soort mp3-speler, maar dan groter en met verwisselbare tapes), waar zich steevast een bandje met The Very Best of Sade in bevond. Eén nummer raakte mij die zomer in het bijzonder. No Ordinary Love.
Alsof dat nummer voor mij, voor ons, geschreven was. This is no ordinary love! Wat wij hadden mogen ervaren met elkaar was immers zo bijzonder. I keep crying, I keep trying for you. De tranen die ik gelaten heb... de pogingen om hem weer te vinden... en de droom die ik tenslotte heb losgelaten.
De herinnering heb ik echter nooit losgelaten. En geen betere manier om herinneringen te koesteren dan in muziek. Dat nummer zal mij altijd doen denken aan hem en aan die twee weken in Siofok.

In de zomer van 2008, op een zonovergoten Kreta, was dat nummer er weer. Ditmaal vanaf mijn iPod (ja, ja, ook ik ga met mijn tijd mee) terwijl ik met mijn geliefde aan het genieten was van twee weken welverdiende vakantie. Met een glimlach liet ik de herinnering weer even toe.
Mijn overpijnzingen gingen ook echter een andere richting uit. Na eens goed naar de tekst te luisteren, die ik al zoveel malen eerder had gehoord, bemerkte ik een lichte irritatie bij mijzelf. This is no ordinary love. Dat is nogal wat om zomaar te roepen. No ordinary love. Geen gewone liefde. Geen liefde zoals anderen die hebben, maar iets bijzonders, iets uitzonderlijks. Sade laat overigens in dit nummer voor het gemak maar achterwege te beschrijven wat er nu precies zo uitzonderlijk is aan die liefde.

Ikzelf zou eigenlijk wel willen beweren dat ik juist een heel gewone liefde heb. Werkelijk niets buitengewoons aan te ontdekken. Geen noemenswaardige bijzonderheden, geen uitzonderlijke omstandigheden.
Gewoon twee mensen die elkaar vier jaar geleden via het net leerden kennen, verliefd werden en na twee-en-half jaar gingen samenwonen.
Gewoon een man en een vrouw die kibbelen om kleine dingen, maar nog veel vaker samen lachen om diezelfde onzinnigheden.
Gewoon hij, die zo graag voor mij kookt.
Gewoon ik, die op zondagochtend pistoletjes voor hem bakt.
Gewoon hij en ik, die ervan genieten om hand in hand over straat te lopen.
Gewoon wij, die een gezamenlijk avondje Ikea werkelijk als een leuk avondje uit zien.
Gewoon wij, die graag thuis komen bij elkaar.
Gewoon wij.
Gewoon.
En dat is eigenlijk heel bijzonder.

This is an ordinary love!

maandag 11 augustus 2008

De Pax, deel 2

Onze Pax-ervaring van afgelopen donderdag stelde ons op de proef. Met deze kast was ook ons geloof in de blauw-gele grootheid aan het wankelen geraakt. Met die ene klap leek één van de pijlers van ons bestaan te zijn ingestort. We waren niet boos, we waren teleurgesteld. We waren bang. Zou ons leven ooit weer blauw-geel kleuren? Mijn rechterkuit in ieder geval wel… maar of dat nou zo’n bemoedigend teken was?

Zoals men altijd adviseert na van een paard te zijn gevallen, klommen wij ook nu meteen weer in het zadel. Vrijdagmiddag werd een nieuwe Pax aangeschaft, zaterdagochtend trokken wij wederom ten strijde.
Het werd een spannende ochtend en middag. De geschriften werden nog nauwkeuriger bestudeerd en getrouw volgden wij de tekeningen. De rechterzijkant werd plat op de grond gelegd, de bodem - en dwarslatjes - werden eraan gemonteerd. So far, so good. Met deze halve ombouw in gereedheid, was het moment wederom daar; de kast diende in verticale positie gekeerd te worden. Hoewel we een licht kraakgeluid dachten waar te nemen, leek dit toch te lukken. Terwijl de lieftallige assistente de rechterzijkant in verticale positie hield, bestudeerde de hoofd-klussert opnieuw de handleiding. Eerstvolgende handeling was het monteren van het plafond van de kast, om vervolgens de linkerzijkant ertegen te plaatsen. Oké, dus terwijl ik de zijkant beet hield, zou mijn klusgenoot het plafond plaatsen en dan zou ik de linkerhelft er tegenaan moeten plaatsen... Huh?
We besloten de rollen om te draaien. Daar stond ik dan... Met het zweet - en een plankje van 58 x 100 cm - in mijn handen, boven mijn hoofd een plafonnetje op 236 cm hoogte over die f*cking palletjes te schuiven. Ik stond er niet helemaal recht voor - dat kon natuurlijk ook niet, of ik had op dat bodempje moeten gaan staan - en ik was ook nog ’s iets te klein. Of misschien niet helemaal sterk genoeg. Of gewoon onhandig...

KLABAM!

Ditmaal stond - in tegenstelling tot de vorige keer - het huilen me nader dan het lachen.
Mijn klusgenoot maakte nog een relativerende opmerking in de trant van 'dat plafonnetje nogmaals proberen te plaatsen… '
“Er is géén plafonnetje meer!”
Dat was misschien ietsje overdreven.
Er was nog wel een plafonnetje.
Het plafonnetje miste alleen een hoek.
Het plafonnetje was niet meer bruikbaar.
Een geluk bij een ongeluk; we hadden nog wat reserve onderdelen uit deel 1. Dat plafonnetje was nagenoeg onbeschadigd!

Feit was wel dat deze werkwijze niet het gewenste resultaat bleek te hebben. We hadden een alternatief plan nodig. We besloten het over een geheel andere boeg te gooien, de handleiding te negeren en een beroep te doen op ons gezond verstand (voor zover aanwezig) en een portie mazzel. We besloten de kast - op zijn buik - in elkaar te knutselen.
Rechter zijkant niet plat, maar op de rand in horizontale positie op de vloer. Vloertje in zelfde positie haaks erop, plafond aan de andere kant en afmaken met de linker zijkant. Terwijl mijn fiscaal partner het achterwandje er op timmerde, deed de lieftallige assistente waar zij goed in is; eten halen.
Met ieder een broodje döner kebab achter de kiezen, volgde het spannendste gedeelte van de dag; het in verticale positie keren van 56 kilogram Pax.
1…
2…
3…
Tillen!
(ogen dicht)
Hij staat!!

En hij staat nog steeds.
Stevig met beugels aan de muur.
Rekjes erin.
Plankjes erin.
Schoenen erin.
We hebben een schoenenkastje!

NB. Je kunt over Ikea zeggen wat je wilt, maar ze verkopen echt oerdegelijke laminaatvloeren. Met alles wat de afgelopen dagen op de vloer is gekletterd…… geen krasje te zien!

vrijdag 8 augustus 2008

De Pax, deel 1

Soms heb je van die momenten, die eigenlijk niet in woorden te vangen zijn. Daar had je bij moeten zijn. Of op YouTube moeten bekijken. Helaas, of misschien maar gelukkig, had ik gisteravond geen digitale camera bij de hand. Dus ik ga een beroep doen op het visualisatievermogen van de lezer. (Voor wie nooit een Ikea item heeft aangeschaft c.q. in elkaar gezet; sla deze maar over... gaat niet lukken.)

Laat ik bij het begin beginnen. Wij zijn gaan samenwonen, een jaartje of anderhalf geleden alweer. Veel stellen die gaan samenwonen lopen aan tegen allerlei inboedel-samenvoeg-problemen. Op wiens bed gaan we slapen, aan welke eethoek gaan wij dineren, welke kasten gaan mee, welke stoel mag absoluut niet mee? Bij ons verliep dat verrassend vlekkeloos. Zijn bed, mijn koelkast, zijn eetkamerstoelen, mijn TV kastje, zijn garderobekastjes, mijn salontafel. Makkie, dat samenvoegen!
Onze nieuwe woning verraste ons zelfs nog met een enorme inbouwgarderobekast, waarover wij het vrijwel meteen eens waren; die moest paars! De indeling? Eh, tja… dat kostte een klein kwartiertje discussiëren, maar ook daar kwamen we uit. Hij kreeg tweederde van de inbouwkast, vanwege al zijn pakken, ik éénderde, maar dan wel het gedeelte met de schuiflades. Stond tegenover dat ik twee Aneboda kastjes in beslag nam en hij slechts één.

Inmiddels is ons huis bijna af. Dat roepen we trouwens al een jaar, dat het bijna af is. Slechts één kamertje vormde nog een doorn in ons oog; De Rommelkamer. Ook wel De Waskamer, De Kattenkamer of De Schoenenkamer. In die kamer staan dus schoenen. Veel schoenen. Deze schoenen staan op vijf Babord schoenenrekjes. En ernaast. En in de woonkamer. En in de slaapkamer. Ik heb ze nooit geteld, maar het zou zomaar kunnen dat mijn teerbeminde geliefde en ik samen zo’n 60 paar schoenen hebben. Ga dan maar eens een schoenenkastje zoeken.
Is het je ooit opgevallen dat een standaard schoenenkastje ca. zes paar schoenen kan herbergen? Wie heeft dat ooit bedacht? Hebben andere mensen dan echt maar zes paar schoenen? En waar laten andere mensen dan hun laarzen en halfhoge schoenen?

Wij zochten dus een schoenenkastje. Of kast eigenlijk. Als trotse bezitters van PS-, Klingsbo-, Linnarp-, Markör-, Kramfors-, Granås-, Noresund-, Aneboda-, Hemnes-, Rönnskär- en Stefan-items, wendden wij ons uiteraard tot de blauw-gele gemeenschap. Na grondig veldonderzoek kwamen wij tot de volgende conclusie: het moest de Pax van 236 x 58 x 100 worden. Met 3 uitschuifbare schoenenrekjes (die 48 paar schoenen kunnen herbergen) en twee planken voor laarzen e.d.

De taakverdeling voor het Pax-knutselen was duidelijk; Mijn fiscaal partner nam het grove werk – de basiskast – voor zijn rekening en ik zou beginnen aan de schoenenrekjes. Ik had net een half rekje in elkaar geknutseld, toen mijn assistentie gewenst was in De Schoenenkamer. De linkerzijkant en de bodem van de kast waren aan elkaar gemonteerd en volgens de tekening moet de kast nu overeind gezet worden. Dat viel nog niet mee, even een plankje van 236 x 58 overeind tillen. Zagen we daar de verbinding tussen zijkant en bodem iets loslaten? Toen het ding overeind stond en de lieftallige assistente de zijkant van de kast in verticale positie hield, bestudeerde de klussert de Ikea-bouwtekening. Huh? Hij moest weer plat? Dus met kreunen en steunen ging de (halve) kast weer in horizontale positie, wat niet meeviel in een kamertje waar we een stukje vloer van ca. 250 x 150 beschikbaar hadden. De rechterzijkant en de bovenkant werden erop gemonteerd en vervolgens wilden we de kast op ‘zijn buik’ leggen om de achterplaat erop te kunnen spijkeren. Hoorden we daar iets kraken? Hhm, ik was niet overtuigd van de stabiliteit van de kast. Even leken we het licht te zien, toen de klussert opmerkte dat hij bij één verbinding de verstevigende klemmen / bouten / schroeven (hoe noem je zoiets?) vergeten was. Nu kon hij wel overeind!
F*ck! De dwarslatjes onder de bodem vielen eruit. Eh... Montagekit? Montagekit!
Dit leek ons een mooi moment voor een kopje verse Nespresso (What else?) Dat zou de lijm mooi de gelegenheid geven een beetje te drogen.
Toen was het moment dààr. Alle basisonderdelen waren bevestigd, de Pax was klaar om op eigen benen te gaan staan. Met de lieftallige assistente aan zijn bodem en de klussert aan zijn bovenkant bewoog ons schoenenkastje zich langzaam in richting verticale positie.

“Kijk je uit voor die lamp schat!”
“Iets meer deze kant op schuiven.”’
“Wel vast blijven houden he?”
“En omhoog...!”’

KLABAM!

Dat was de Pax, deel 1.
Zelden zo gelachen…
Je had erbij moeten zijn.