vrijdag 29 april 2016

#AutoModus

Toen ik op een zonnige woensdagavond in juni 2013 van mijn fiets viel en op de gipskamer van het JBZ belandde, waren de grappen niet van de lucht. 'Had je gedronken?', 'Wijntje achter de kiezen, zeker?' Ja, vrienden en collega's wisten er wel raad mee en niet helemaal onterecht. Op het terras, waar ik op dat moment vandaan fietste, had ik inderdaad niet enkel koffie genuttigd. Dat verbaast niemand. Maar op die drie glaasjes rosé had ik normaal gesproken prima naar huis kunnen fietsen. Kwestie van oefenen :-)

Er was dus meer aan de hand en dat maakt dat ik jullie iets moet opbiechten. Iets wat me al bijna drie jaar dwars zit... Ik raakte die bewuste avond met mijn voorwiel een opstaande rand in de rotonde, waardoor ik mijn evenwicht verloor en viel. Dat dàt gebeurde was enkel en alleen omdat mijn ogen enkele seconden niet op de weg gericht waren, maar op het scherm van mijn telefoon. Ik hoorde namelijk een appje binnenkomen en pakte mijn telefoon om te kijken van wie het was. Enkele seconden, die mij maandenlang pijn, gedoe en frustratie opleverden. Enkele seconden, die mij - en anderen - nog veel meer ellende hadden kunnen opleveren.

Op één of andere vreemde manier vond ik het makkelijker om de grappenmakers in de waan te laten, dat dat ongeluk aan die roseetjes te wijten was. Kennelijk schaam ik mij meer voor mijn smartphonegebruik op de fiets. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat ik doorgaans enorm afgeef op het gebruik van de telefoon achter het stuur. Het autostuur wel te verstaan. Dààr begrijp ik namelijk helemaal niets van!

Gelukkig bestaan er sinds kort allerlei nuttige apps. De AutoModus-app van Interpolis bijvoorbeeld. Die app helpt om smartphonegebruik te verminderen tijdens het rijden. Het zal wel aan mij liggen, maar daar hebben we toch allang een app voor? Die zit in je hoofd en noemen we gezond verstand. Ik bedoel... als je je daadwerkelijk realiseert dat op je smartphone kijken tijdens het rijden gevaarlijk is, dan doe je dat toch gewoon niet?! Dan heb je zo'n app toch niet nodig? En als je desondanks onrustig wordt van het geluid van inkomende berichten, dan zet je het geluid toch uit?

Je telefoon niet gebruiken is echt ontzettend makkelijk. Het enige wat je nodig hebt, is het besef dat geen enkel berichtje zo belangrijk en/of dringend is, dat het het waard is je leven en dat van anderen op het spel te zetten. Er gaat niemand dood als jij dat berichtje een halfuurtje later leest. En maak jezelf bovenal niet wijs dat jij dusdanig beter rijdt dan anderen, dat je het lezen (of zelfs typen) wél kunt combineren met rijden. Dat denken namelijk alle brokkenmakers.

Ik kan nu in alle eerlijkheid zeggen dat ik al twee jaar, tien maanden en drie weken geen telefoon meer heb aangeraakt achter het stuur. Ook niet meer achter het fietsstuur. Diezelfde eerlijkheid gebiedt mij echter wel toe te geven dat ik eerst languit op een fietspad moest liggen, om mijn gezond verstand ook in #FietsModus te zetten. Effectiever dan zo'n onzin-app, dat wel. Helaas ook wel wat omslachtiger.

woensdag 3 februari 2016

De waarheid op tafel


Het is de laatste tijd nogal eens onderwerp van gesprek: eten. Dat is nu eens niet omdat ik het zo graag doe, maar vooral omdat ik het het afgelopen jaar minder heb gedaan. Of misschien vooral: anders. En dat is me aan te zien. Gelukkig maar, want het was hard nodig. (Ik ben er overigens nog niet. Volgens de alom gerespecteerde BMI index heb ik nog zeven kilogrammen te gaan, voordat ik het predicaat 'gezond gewicht' mag voeren.) Maar wanneer je jezelf in een jaar tijd een maatje of twee kleiner weet aan te meten, leidt dit geheid tot diverse vragen, discussies en adviezen. Met als kern van ieder gesprek: wat werkt nu echt? Dan weet ik: ik weet het eigenlijk ook niet.

Er zijn enkele uitgangspunten waar ik in geloof. En zoals dat gaat met geloof: het is geen absolute waarheid. Het heeft iets filosofisch zelfs. Hoe meer ik op zoek ga naar antwoorden, hoe meer ik me afvraag wat nu werkelijk de waarheid is. We hebben een veelheid aan internetsites die koolhydraatarm prediken. Ondertussen is er ook nog ons Voedingscentrum dat vasthoudt aan de (toch iets aangepaste?) schijf van vijf. We hebben de calorietellers, de crashdiëters, de lightlikers, de smoothieslobberaars en de gezond-verstand-aanhangers.

Dat gezond verstand dus... prima methodiek hoor. Mits je niet volkomen clueless bent over wat nu eigenlijk gezond voedsel is. Want natuurlijk: iedereen snapt dat je van het leegeten van een zak chips per dag niet slank en gezond wordt. Maar ik herinner me nog heel goed dat ik jarenlang heb gedacht dat ontbijtkoek, sultana's en yoghurtdrankjes keurig gezonde tussendoortjes waren. En dat ik een gezonde maaltijd bereidde als ik wat verse groenten door mijn Chicken Tonight roerde. Inmiddels weet ik (iets) beter.

Het grote verschil is dat ik me er in verdiep. Ik lees erover en ik praat erover. Dat lijkt invloed te hebben op mijn gezond verstand en dat is fijn. Dus ik eet beduidend minder suikerhoudende producten en mijn avondmaaltijd bestaat voor een groot deel uit verse groenten. Gezond verstand. Nauwelijks discussie over mogelijk, toch? Maar de rest van de veranderingen in mijn eetpatroon zijn flarden uit de diversiteit aan eetwijsheden die de afgelopen jaren tot mij zijn gekomen. Ik handel soms volledig overtuigd, soms sceptisch. Misschien ook wel vaak gebaseerd op: wat komt mij goed uit? En hee! Het lijkt te werken!

Ik krijg er zowaar zendingsdrang van. En dus meng ik mij tegenwoordig in discussies over voedsel, heb ik een mening over wat mensen zoal eten en betrap ik mezelf op betweterigheid. Bloedirritant! Want: ik weet niks. Ik word niet gehinderd door enige feitenkennis of objectieve waarneming. Dus, mocht je mij aanspreken op mijn afgenomen omvang... zal ik voortaan gewoon antwoorden: 'Tja, beetje minder eten en beetje meer bewegen he... het is allemaal niet zo ingewikkeld!'

vrijdag 11 december 2015

Column: De Verloren kat



Het was een dinsdag in juli, toen ik bij thuiskomst tot een vreselijke ontdekking kwam: onze grijze, lieve, dikke, eigenwijze Tommy was niet in huis. Al snel volgde de even zo vreselijke conclusie: Tommy moest van het balkon gevallen zijn. In de dagen die volgden, deed ik wat ik moest doen: een melding maken bij Amivedi en me enorm schuldig voelen, omdat ik de balkondeur open had laten staan. En huilen… heel veel huilen.

Het was exact drie weken na Tommy's verdwijning toen ik een telefoontje kreeg van Amivedi. Een gezin in de Hambaken had een grijze kat gevonden. Het was erg onwaarschijnlijk dat het onze Tom zou zijn, maar toch gingen we kijken. Eén blik was voldoende: dit was niet Tommy. Te klein, te slank, te veel tekening in de vacht. Maar wàt een schatje! Het gezin zat duidelijk met de kat in hun maag... ze hadden zelf al twee kittens en die waren bang voor deze indringer. En dus besloten wij de kat mee te nemen.

Voordat wij echter overgingen op naamgeving en hechting, besloten we eerst een bezoekje te brengen aan de dierenarts. Even geslacht, gezondheid en eventuele chip checken. Poes. Prima in orde. Roosje uit de Muntel/Vliert. Jawel... onze kleine grijze aanwinst had een chip, een naam en een gezin dat haar miste. Eenmaal thuis nam ik contact op via het telefoonnummer dat de dierenartsassistente me gegeven had. Ja, zij waren Roosje al ruim twee maanden kwijt en misten haar heel erg. Maar zij stonden op dat moment met één been in het vliegtuig, op weg naar hun vakantiebestemming. En zo hadden wij enkele weken een poes te logeren.

Het was een dinsdag in september, toen wij Roosje terugbrachten naar haar eigen mensen. Het was een prachtig weerzien en ik ben blij dat wij het gezin blij konden maken met hun verloren kat. Ik weet immers maar al te goed hoe verdrietig je kunt worden van zo'n gemis. En Roosje is een schat, dus het was zeker geen straf om voor haar te zorgen. De impulsieve reactie haar mee naar huis te nemen, was echter wel ingegeven door de wens haar te houden. Of was het vooral de wens haar een veilig en warm thuis te geven? Want dat laatste is ons in ieder geval gelukt, al is het op een andere manier dan we in gedachten hadden.