vrijdag 4 september 2015

Een bevoorrecht mens

Al een dag of tien vertoef ik met mijn geliefde in Kroatië. Onze jaarlijkse zomervakantie, wanneer wij elders in Europa gaan kijken hoe mooi het is. We reizen af naar zonniger oorden, comfortabel met het vliegtuig. We genieten van de gastvrijheid van de plaatselijke bevolking. Want wat zijn ze vriendelijk als wij bij hen onze euro's - of in dit geval kuna‘s - komen besteden. Ik geniet van de zon, de prachtige omgeving, het eten, de wijn en van het even helemaal niets moeten. Dat heb ik verdiend, vind ik. Daar heb ik immers het hele jaar hard voor gewerkt.

Nog een paar dagen en dan gaan we weer naar huis. We keren terug naar de plek waar we ons huis, werk, familie en vrienden hebben. En... vrijheid, veiligheid en vrede. Daar stond ik eigenlijk nooit zo erg bij stil. Ik realiseerde me altijd al wel dat ik mazzel heb, omdat ik staat ben reizen als deze te maken. Maar de laatste dagen word ik me steeds meer bewust wat mij werkelijk bevoorrecht maakt; ik leef in een land dat al 70 jaar geen oorlog kent. Een land waarin wij comfortabel en veilig kunnen leven.

Heb ik dat verdiend, dat veilige en comfortabele leven? Waarmee dan? Wat maakt dat ik daar recht op heb? Er is maar één ding wat ik beter heb gedaan dan al die mensen op die zinkende boten, in die volgepakte treinen en in die verstikkende vrachtwagens: ik ben geboren in Nederland. Dát en alleen dát maakt dat ik recht heb op een menswaardig bestaan. Dat ik daar méér recht op heb, dan dat kindje dat deze week aanspoelde op het strand van Bodrum. Even maakt dat me heel verdrietig, maar ik keer verrassend snel terug naar mijn eigen comfortabele leventje. Want wat kan ik er aan doen?

Naast verdrietig word ik de laatste weken minstens zo vaak boos. Mijn boosheid is gerichter dan mijn verdriet. Concreter. Dichterbij. Ik word keer op keer boos, wanneer het woord gelukszoeker valt. Wanneer landgenoten het hebben over profiteurs. Wanneer ik lees dat die vluchtelingen van onze welvaart willen meegenieten. Welvaart?! Wat dacht je van een plek waar ze niet het risico lopen te worden neergeknald? Veiligheid... dàt is het enige wat ze van ons vragen. Natuurlijk... met die veiligheid komen ook voedsel en voorzieningen om de hoek kijken. En ja, dat kost geld. Ik snap ook echt wel dat we naast ons gevoel, óók ons verstand moeten laten spreken. Maar doe alsjeblieft niet net alsof die miljoenen vluchtelingen voor hun lol of voor een beetje vooruitgang hun thuisland achter zich laten en Europa intrekken! Bovenal: realiseer je dat de rechten die je denkt te hebben en de aanspraak die je kunt maken op onze welvaart en een menswaardig bestaan, slechts gebaseerd zijn op zoiets willekeurigs als de plek waar je bent geboren.

Met die gedachte keer ik weer terug naar mijn eigen comfortabele leventje, waar het schaamrood op de kaken zich nauwelijks onderscheidt van de door de zon verkleurde huid. En waar de bevolking me immer gastvrij ontvangt, zolang ik maar geld opbreng in plaats van kost. Comfortabel met af en toe een knoop in mijn maag...

donderdag 20 augustus 2015

Kat kwijt - deel 2

Het verdriet om onze Tommy en de acceptatie dat hij echt weg is, wisselden elkaar de afgelopen week af. Het was exact drie weken na Tommy's verdwijning toen ik afgelopen dinsdag een telefoontje kreeg van Amivedi. Een gezin in de Hambaken had een grijze kat gevonden. Het zou onze Tommy kunnen zijn. Ze hadden de kat al een paar dagen in huis en in de buurt al gecheckt of de kat van iemand was. Het leek mij sterk dat het Tom was; die wijk is hier ruim 6 km vandaan én Tommy zou op zijn minst zwaar gewond moeten zijn! Maar we moesten het zeker weten natuurlijk! Eén blik was voldoende: dit was niet Tommy. Te klein, te slank, te veel tekening in zijn vacht. Maar wél een schatje!
Het gezin zat duidelijk met de kat in hun maag...ze hebben zelf al twee kittens en die waren bang voor deze indringer. Als niemand de kat mee zou nemen, zouden ze deze weer op straat zetten. Tja, dan ben ik een weekdier. Dus zo drentelde er dinsdagavond ineens weer een nieuwe grijze kat door het huis.

Pluisje, zoals het grijze beestje door het gezinnetje was genoemd, voelde zich meteen thuis hier. Voordat wij echter over wilden gaan op naamgeving en hechting, besloten we vanmiddag toch eerst een bezoekje te brengen aan de dierenarts. Even geslacht, gezondheid en eventuele chip checken. Poes. Prima in orde. Roosje uit de Muntel/Vliert.
Jawel... onze kleine grijze aanwinst heeft een chip, een naam en een gezin dat haar mist. Eenmaal thuis belde ik het 06 nummer dat de dierenartsassistente me gegeven gegeven had. Geen gehoor. Toen stuurde ik een whatsapp met foto naar het nummer en binnen luttele minuten een reactie: Ja, zij en haar dochter zijn Roosje kwijt en missen haar heel erg. Maar zij stonden op dat moment met één been in het vliegtuig, op weg naar hun vakantiebestemming. En dus hebben wij de komende weken nog een poes te logeren... nou ja, wij...? Onze befaamde kattenfluisteraar mag zich over haar ontfermen, want ook wij vertrekken naar (nog) zonniger oorden.

Al met al best een bijzondere situatie. Ik ben blij dat wij een gezin blij kunnen maken met hun vermiste kat. Ik weet immers maar al te goed hoe verdrietig je kunt worden van zo'n gemis. En Roosje is een schat, dus het is zeker geen straf om voor haar te zorgen. De impulsieve reactie haar dinsdag mee naar huis te nemen, was echter wel ingegeven door de wens haar te houden. Of was het vooral de wens haar een veilig en warm thuis te geven? Want dat laatste is ons nu waarschijnlijk wel gelukt. Zij het op een andere manier dan ik in gedachten had.

donderdag 13 augustus 2015

Mooi ’s-Hertogenbosch

Eerder dit jaar werd ik 40 jaar oud. Om dat op bijzondere wijze te vieren besloot ik naar een mooie Zuid-Europese stad af te reizen. Zo vertrokken William en ik op maandag 6 april naar Lissabon, voor een midweekje mooie dingen kijken en lekkere dingen consumeren. Dat laatste is ons zeker gelukt! (dat lukt ons eigenlijk altijd wel.)

Het mooie dingen kijken lukte ook wel aardig. Wel aardig. Inderdaad, ik loop niet over van enthousiasme. Wat me aan Lissabon opviel, is dat het ongetwijfeld ooit een hele mooie stad was. Maar het wekt vandaag de dag een wat verwaarloosde indruk. Vergane glorie. Zo zonde! Ik verbaasde me in eerste instantie over het feit dat de Portugese overheid het blijkbaar niet de moeite waard vindt te investeren in een stad die jaarlijks zoveel toeristen trekt. Maar ja, het is natuurlijk crisis in Portugal en er staan daar vast meer urgente zaken op de begroting.

Zo'n begroting; waar geef je als stad geld aan uit? Over die vraag kun je dagenlang discussiëren, zowel in de raadszaal als op de verjaardag van tante Toos. En je wordt het er ook nooit over eens. Ik moet zelfs toegeven: in de jaren dat ik als gemeenteambtenaar werkte, heb ik me meer dan eens verbaasd over projecten waar mijn gemeente geld in stak. Niet in de laatste plaats omdat ik werkzaam was bij het gemeentelijk onderdeel, dat zorg draagt voor juist dat deel van de bevolking dat het financieel het krapst heeft. Wanneer ik die invalshoek echter loslaat, moet ik zeggen dat ik best blij ben met ’s-Hertogenbosch. Natuurlijk, dat akkefietje met die Bartenbrug verdient bepaald niet de schoonheidsprijs. Maar daar staat wel veel moois tegenover. 

Nu ik weer gewoon als burger door de straten van ’s-Hertogenbosch fiets en slenter, valt me steeds meer op hoe prachtig de stad is. Vandaag nog. Op weg naar het Dierentehuis fietste ik langs de nieuwe parkeergarage aan de Zuidwal; wat is dat mooi geworden! En de Oosterplas is een juweeltje! Ik mag daar iedere dag lopen, fietsen, bewonderen en genieten. En dat kost me helemaal niks! Nou ja, een paar tientjes gemeentebelasting per maand. Maar geloof me, da’s een stuk goedkoper dan een tripje naar Lissabon!