woensdag 26 november 2014

Column: (A)sociale media

Enkele weken terug had ik mijn nichtjes te logeren. De twee jongedames zijn dol op dieren, dus onze kater Tommy draaide weer overuren; kopjes geven, onder dekens kruipen, op de buik gekriebeld worden en natuurlijk zijn gebruikelijke gekke houdingen aannemen voor het enthousiast publiek. “Tommy is echt de koning van de Crazy Cats!”, riep de jongste van de twee. “Zo, echt wel!”, beaamde de oudste. Eh... Crazy Cats? Waar moet ik die van kennen?

De generatiekloof werd al snel duidelijk, toen één van de nichtjes me mijn tablet aangaf en me zei dat ik op Youtube de zoekterm ‘crazy cats’ moest invoeren. Een verzameling compilaties van amateurbeelden verscheen op mijn scherm. Gekke katten inderdaad. Katten met spiegels, papieren zakken, speeltjes, andere katten, doosjes....hilarisch! Mijn nichtjes en ik lagen met ons drieën dubbel van het lachen. Katten kunnen zo grappig zijn!

Toch kon ik niet om ieder filmpje lachen. Zo kwamen er beelden voorbij van een kat op de rand van een bad. Een kind van een jaar of twee zat in het bad en trok de kat aan de voorpootjes het water in. De kat vond het zichtbaar – en hoorbaar – niet leuk. “Oh, dat vind ik zielig!”, riep ik uit, “Waarom zeggen die ouders daar niet wat van, in plaats van door te filmen?!” Gelukkig waren mijn beide nichtjes het roerend met mij eens, anders had daar zeker een opvoedkundige taak voor mij gelegen.

Terwijl wij doorzapten naar het volgende hilarische filmpje op Youtube, zat ik mij ondertussen best wat boos te maken. Niet alleen om dit filmpje, wat nog relatief onschuldig was. Maar om zoveel andere ‘grappig bedoelde’ filmpjes op social media, waarop te zien is hoe dieren getreiterd worden. Met een speedboot over ganzen varen bijvoorbeeld. Of met een te zwaar gewicht op een te kleine pony te gaan zitten. Wat is daar de lol van? Hoe kan het treiteren en mishandelen van dieren zo grappig zijn, dat je dat ook nog vol trots met de rest van de wereld wilt delen? Ik snap dat echt niet! En wie bekijkt zoiets dan en heeft daar net zoveel lol om? Sommige mensen zal ik werkelijk nooit begrijpen.

Ondertussen kijk ik met regelmaat naar het leuke dat sociale media ons te bieden hebben; schattige, hilarische en ontroerende filmpjes van grote en kleine dieren. Filmpjes die voorbij komen op mijn Facebook-pagina of wanneer ik zoek op Crazy Cats. Of natuurlijk op het kanaal van ons eigen Dierentehuis: https://www.youtube.com/user/dierentehuisdenbosch. En wat daar het leukste van is? Deze filmsterren zijn niet alleen om naar te kijken, die zijn ook om te ontmoeten... en misschien zelfs uiteindelijk live bij u thuis te bekijken. 

zondag 11 mei 2014

Column: De Gekte

‘Die beesten van ons zijn gek!’ Ik hoor het mijn vriend met regelmaat roepen. ‘Nee joh, het zijn gewoon katten.’, is dan meestal mijn antwoord. Want laten we wel wezen: iedere kat vertoont wel eens gedrag dat wij als mensen niet kunnen plaatsen. En de echte gekken, zijn we dat niet gewoon zelf?

Zo heeft onze Tommy, zoals zoveel van zijn soortgenoten, een enorme fascinatie met doosjes. Ieder doosje dat ons huis binnenkomt, krijgt zodoende te maken met de bevallige billen van onze kater. Ongeacht het formaat van het doosje. Het lijkt een soort instinctieve reactie. En in Tommy’s blik denk ik dan te lezen: ‘Eh, ik weet ook niet precies wat ik hier doe... maar ik moet als kat nu eenmaal in dit doosje kruipen!’ Gek dus. Nu heeft Tommy mazzel, dat zijn mensen een fascinatie hebben met webshops... dus met de aanvoer van verse doosjes zit het wel goed!

En toen stuitte ik tijdens de kerstinkopen in december in een cadeauwinkel op wel zoiets leuks! Een doos in de vorm van een huisje, speciaal voor katten. Met voorgevel, deurtje en raampjes. Ik zag Tom al helemaal zitten. Dus ik tastte diep in de buidel en hoestte twintig euro (!!!) op voor dit mooie design doosje. Jawel, het grootste cadeau onder de boom afgelopen kerst was voor onze Tommy.

Wie zelf katten heeft zal geenszins verbaasd zijn: geen van onze katten heeft naar het doos-huisje omgekeken. Slechts eenmaal hebben de billen van onze Tom de bodem van het doosje geraakt. Dat was toen we hem na een week maar eens in de doos hadden gezet, om er meteen een foto van te maken. Het doosje kampt met leegstand. Net als dat mooie rieten mandje met kussentje, dat er naast staat. Kansloos. Koop iets speciaal voor een kat en je weet zeker dat er geen kat in de buurt komt.

En toch hebben we design-doosjes, mandjes, dekentjes, hangmatjes en speeltjes het huis ingesleept. Tegen beter weten in. We denken dat die katten denken: ‘Speciaal voor mij? Dan moet ik er mooi niets van hebben. Lekker puh!’ Zeg nou zelf: wie is hier nu eigenlijk gek?
En tot slot: het toedichten van gedachten en argumenten aan het brein van een kat.... is dat uiteindelijk niet de ultieme vorm van gekte?

woensdag 27 november 2013

Column: De Rangorde



Wie huisdieren heeft weet dat er in huis een rangorde heerst. Het is mij inmiddels heel duidelijk hoe die rangorde er bij ons thuis uitziet. En ook wie er onderaan die pikorde bungelt.

Bovenaan de rangorde prijkt onze 'directeur' Tommy. Ons huis is eigenlijk zijn huis. En alles wat wij doen, doen we voor hem. De loungeset op het balkon. Voor hem. De dekentjes op de bank. Voor hem. De verse bos bloemen op tafel. Voor hem. Ook de dingen waar hij eigenlijk niets om geeft zijn voor hem. Het yoghurtschaaltje dat poes Annabel zo graag uitlikt... hij vindt het niks, maar hij drukt er wel zijn snuit tussen als we het Annabel gunnen. Om vervolgens zijn neus op te halen en het schaaltje onaangeraakt achter te laten.

Annabel heeft weinig in te brengen bij Tommy. Soms vind ik dat wel sneu, maar ik realiseer me ook dat het er bij hoort. We kunnen niet allemaal de belangrijkste zijn. Zo zie ik ook wie de belangrijkste mens is in huis. Dat is Chef Voederbak. Ik zie het in de twee paar kattenoogjes die me teleurgesteld aankijken, wanneer ‘s morgens ik als eerste de slaapkamerdeur open. 'Oh, is zij het. Daar krijgen we niks van.' Maar ik merk het ook aan de hoeveelheid kopjes en knuffels die mijn vriend krijgt. Aan hoe hij wordt verwelkomd, als hij na een dag werken thuis arriveert. Terwijl de twee viervoeters voor mij nauwelijks hun kopje optillen.

Soms beklaag ik me om mijn underdog-positie. Ik zet mij immers ook in voor het welzijn van onze kleine huisgenoten. Telt dat dan niet? Maar eerlijk is eerlijk; een aanstelling als Chef Kattenbak brengt me niet het aanzien dat mijn vriend – Chef Voederbak – geniet. ‘Eh, hoezo denk jij aanspraak te kunnen maken op dit hoekje van de bank? Jij ruimt mijn poep op, weet je nog…?’ Ik zie het Tom gewoon denken.

Laatst probeerde ik mijn positie wat op te vijzelen door een functieroulatie voor te stellen. Ik werd nog net niet uitgelachen. Mijn vriend laat zich natuurlijk niet naar de bodem van de rangorde verwijzen. En gelijk heeft hij. Dus er zit niets anders op: ik accepteer mijn lage positie in ons huis. Ik ben er slechts om te dienen. Dat doe ik met liefde… dat dan weer wel.